Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid; feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
voorafgaandevijf jaar onafgebroken in Nederland heeft verbleven. De opgeëiste persoon heeft van 2008 tot en met 2015 ook in Nederland gewoond maar dat kan niet met stukken worden aangetoond. Na deze periode heeft de opgeëiste persoon zowel in België als in Nederland gewoond. Vanaf 2019 heeft hij uitsluitend in Nederland gewoond en gewerkt. In het kader van de sociale re-integratie is het wenselijk dat hij in Nederland zijn straf uitzit.
6.Detentieomstandigheden in België
personal spacevanwege de grondslapers maar daarvoor is een algemene detentiegarantie gegeven. Er hoeft daarom niet te worden gekeken in welke specifieke penitentiaire inrichting de opgeëiste persoon wordt geplaatst of welke medische zorg hij daar zou krijgen.
Aranyosi en Căldăraruvan het Hof van Justitie van Europa. [4]
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het parket van de procureur des Konings West-Vlaanderen, afdeling Veurne (België) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.