3.1Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
De rechtbank stelt vast dat het EAB strekt tot de tenuitvoerlegging van een vonnis terwijl de verdachte niet in persoon is verschenen bij het proces dat tot die beslissing heeft geleid, en dat - kort gezegd - is gewezen zonder dat zich één van de in artikel 12, sub a tot en met c, OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan.
Op grond van artikel 12, sub d, OLW mag de rechtbank in dit geval de overlevering niet weigeren, als de uitvaardigende justitiële autoriteit heeft vermeld dat
( i) het betreffende vonnis na overlevering onverwijld aan de opgeëiste persoon zal worden betekend en hij uitdrukkelijk zal worden geïnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, waarbij hij het recht heeft aanwezig te zijn, waarop de zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, die kan leiden tot herziening van het oorspronkelijke vonnis en
( ii) de opgeëiste persoon wordt geïnformeerd over de termijn waarbinnen hij verzet of hoger beroep dient aan te tekenen, als vermeld in het desbetreffende Europees aanhoudingsbevel.
In het EAB staat het volgende vermeld:
X 3.4.De beslissing niet persoonlijk aan de betrokkene betekend, maar
- de beslissing zal hem na overlevering onverwijld persoonlijk worden betekend, en
- bij de betekening van deze beslissing aan betrokkene, deze uitdrukkelijk zal worden geïnformeerd, over zijn recht op een nieuw proces of om beroep in te stellen, waarbij hij
het recht heeft aan het nieuwe proces deel te nemen, de zaak (opnieuw) ten gronde wordt
behandeld, inclusief nieuw bewijsmateriaal, en een en ander kan leiden tot vernietiging van de oorspronkelijke beslissing, en
- de betrokkene zal geïnformeerd worden over de termijn waarover hij beschikt om verzet of hoger beroep aan te tekenen, namelijk 10 dagen.
De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft verder per e-mail van 31 januari 2022 het volgende verklaard:
“The French Lawyer of [de opgeëiste persoon] has started a retrial/appeal procedure this afternoon the 31 january 2022. […] In the course of these proceedings, [de opgeëiste persoon] will be retried the 14 march 2022 at 1 PM.”
Standpunt van de verdediging
De overlevering dient te worden geweigerd omdat de opgeëiste persoon al verzet heeft ingesteld tegen het Franse vonnis van 8 november 2021. Daardoor is het vonnis niet meer onherroepelijk zodat geen sprake meer is van een executie-EAB. Subsidiair dient de overlevering te worden geweigerd omdat de opgeëiste persoon de Nederlandse nationaliteit bezit, zodat Nederland de straf kan overnemen. Meer subsidiair dient het verzoek tot overlevering aangehouden te worden om nadere vragen te stellen aan de Franse autoriteiten.
Standpunt officier van justitie
Indien een opgeëiste persoon alsnog verzet instelt tegen een vonnis dient het executie-EAB volgens vaste jurisprudentie te worden beschouwd als een vervolgings-EAB.Er ligt een EAB dat gebaseerd is op een veroordeling en uit het contact met de Franse autoriteiten blijkt dat zij nog steeds willen dat de opgeëiste persoon wordt overgeleverd. Er is geen grond voor aanhouding van de zaak dan wel voor het stellen van nadere vragen.
Aan het EAB ligt een voor tenuitvoerlegging vatbaar vonnis ten grondslag, waartegen de OP nog een rechtsmiddel kan aanwenden. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de onder artikel 12, sub d, OLW bedoelde omstandigheid zich voordoet en de rechtbank de overlevering niet mag weigeren op grond van artikel 12 OLW.
Niet aannemelijk is geworden dat het enkele indienen van verzet/hoger beroep naar Frans recht betekent dat het vonnis niet meer voor tenuitvoerlegging vatbaar is.
Ten aanzien van het subsidiaire verweer overweegt de rechtbank dat het EAB dient ter tenuitvoerlegging van een vonnis dat, gelet op de verstrekte verzetgarantie waarvan de opgeëiste persoon intussen al gebruik heeft gemaakt, niet onherroepelijk is zodat ook de weigeringsgrond van artikel 6a, eerste lid, OLW zich niet voordoet. De omstandigheid dat de opgeëiste persoon na de uitvaardiging van het EAB verzet tegen het vonnis heeft aangetekend betekent niet dat aan het EAB geen gevolg kan worden gegeven. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding tot het stellen van vragen aan de Franse autoriteiten en verwerpt het verweer.