Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[veroordeelde]
Procesverloop
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 maart 2022 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de afname van zijn DNA-profiel op grond van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden. De veroordeelde, geboren in 1960, had een straf opgelegd gekregen voor bedreiging met een mes, waarbij hij zijn echtgenote had bedreigd. Het bezwaarschrift werd op 15 november 2021 ingediend, na de afname van celmateriaal op 10 november 2021. De rechtbank heeft de raadsman van de veroordeelde, mr. E. El Assrouti, en de officier van justitie gehoord in een besloten raadkamer. De raadsman voerde aan dat de bedreiging een op zichzelf staand incident was en dat er geen recidiverisico was, gezien de leeftijd en medische toestand van de veroordeelde. Het Openbaar Ministerie daarentegen stelde dat het bezwaarschrift ongegrond moest worden verklaard, omdat de uitzonderingen voor DNA-afname niet van toepassing waren en recidive niet kon worden uitgesloten. De rechtbank oordeelde dat de aard van het misdrijf, bedreiging met een mes, niet onder de uitzonderingen viel en dat DNA-onderzoek relevant kon zijn voor de opsporing. De rechtbank concludeerde dat het bevel tot DNA-afname voldeed aan de wettelijke eisen en verklaarde het bezwaar ongegrond.