Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Court Dolj(Roemenië) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
3.Grondslag en inhoud van het EAB
final and enforcable judicial decision no. 247/C of 03.06.2021 of the High Court of Cassation and Justice,
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
the High Court of Cassation and Justice.In onderdeel d van het EAB staat vermeld dat de opgeëiste persoon aanwezig is geweest bij de behandeling van zijn zaak.
the High Court of Cassation and Justicede opgeëiste persoon voor een aantal feiten is vrijgesproken waarvoor hij oorspronkelijk is veroordeeld en dat de opgelegde straf daarop is aangepast.
the High Court of Cassation and Justicedefinitief uitspraak is gedaan over de schuld van de betrokkene en zijn veroordeling tot een straf, nadat de zaak, in feite en in rechte, opnieuw ten gronde is behandeld en dat deze procedure dus getoetst moet worden aan artikel 12 OLW.”. In voornoemde brief van de uitvaardigende justitiële autoriteit staat echter ook vermeld dat de in het EAB onder d) gegeven informatie klopt. In de aanvullende informatie bij brief van 19 januari 2021 is opgenomen dat de opgeëiste persoon zelf cassatie heeft ingesteld. In de aanvullende informatie bij brief van 27 januari 2022 is opgenomen dat de opgeëiste persoon voor de zitting voor de
High Court of Cassationopgeroepen was, hij niet in persoon aanwezig was maar dat hij werd vertegenwoordigd door een gekozen advocaat en dat die advocaat tijdens het proces, “
when the trial and debates took place”, zijn verdediging heeft gevoerd. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank sprake van de situatie als bedoeld in artikel 12 onder b van de OLW.
5.Strafbaarheid
valsheid in geschriftwaarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit de strafbare feiten heeft aangeduid als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De feiten vallen op deze lijst onder nummer 8, te weten:
witwassen van opbrengsten van misdrijvenzoals genoemd in het EAB komt te vervallen omdat de opgeëiste persoon bij arrest van 3 juni 2021 van
the High Court of Cassation and Justiceis vrijgesproken voor
the offence of money laundering provided for by art. 29(1)(a) of Law no. 656/2002.
the offence of use, in bad faith, of the company’s assets on an ongoing basis’,strafbaar gesteld in artikel 272 paragraaf 1 sub b van de Roemeense wet 31/1990, niet strafbaar zijn in Nederland.
verduistering in dienstbetrekkingzoals strafbaar gesteld in de artikelen 321 en 322 van het Wetboek van Strafrecht.
offences of tax evasion on an ongoing basis,strafbaar gesteld in artikel 9 paragraaf 1, alinea c van de Roemeense wet 241/2005, niet strafbaar zijn in Nederland.
6.Detentieomstandigheden
Het standpunt van de verdediging
The Worlds Toughest Prisonsdie gaat over de meest verschrikkelijke gevangenissen ter wereld.
The Parliamentwaarin staat dat door de Roemeense autoriteiten gemaakte beloftes over het verbeteren van de detentieomstandigheden niet worden nagekomen. De opgeëiste persoon heeft dit zelf ook ervaren. Hij heeft voor de feiten waarop het EAB ziet een tijd in voorarrest gezeten in een Roemeense detentie instelling, welke overvol was en waar het vereiste van drie vierkante meter leefruimte per cel niet werd nageleefd.
personal space, exclusief sanitair, zal beschikken gedurende de periode dat hij in Roemenië gedetineerd zal zijn.
7. Artikel 7 van het Handvest: family-life / verzoek aanhouding in verband met Belgische instemming met strafovername van Roemenië
family-life, zoals omschreven
family-lifeaangezien de inbreuk niet verder mag gaan dan nodig is om de doelstelling van het Kaderbesluit EAB te kunnen verwezenlijken, dat wil zeggen de overlevering aan Roemenië. Na zijn overlevering kan de opgeëiste persoon aan de Roemeense autoriteiten verzoeken om zijn straf in België te mogen uitzitten. De inbreuk op zijn privéleven is aldus gerechtvaardigd.
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsbepalingen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the District Court Dolj(Roemenië)
het witwassen van opbrengsten uit misdrijven.