Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
beschikking van de kantonrechter
[verzoeker]
de besloten vennootschap AKZO NOBEL Nederland B.V.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
De feiten
Het behoort tot de beleidsvrijheid van een ondernemer om zijn onderneming naar eigen inzicht in te richten. Tot deze beleidsvrijheid behoort ook de beslissing om bepaalde werkzaamheden of functies binnen de onderneming te laten vervallen, uit te besteden of intern te herpositioneren. De beleidsbeslissingen van de ondernemer toetsen wij marginaal. Dit houdt in dat wij beoordelen of een redelijk handelende werkgever dezelfde keuzes zou kunnen maken. Dat hoeft nog niet in te houden dat (dat) besluit ook per definitie ‘het beste’ zou zijn.Het verweer van werknemer dat zijn werkzaamheden niet komen te vervallen, volgen wij dan ook niet. (…)Ontslagvolgorde (…)Uit het toegestuurde personeelsoverzicht blijkt dat er binnen de onderneming, één werknemer is in de functie van [functie] . Werknemer stelt in zijn verweer dat zijn functie uitwisselbaar is met de nieuwe functie [nieuwe functie] . Wij merken hierover het volgende op. Het belangrijkste element van de nieuwe functie [nieuwe functie] is de directe aansturing van een wereldwijd team, zijnde dertien direct reports, terwijl dit niet het geval is bij de functie van werknemer. Daarnaast is de financiële verantwoordelijkheid in de functie van [nieuwe functie] € 225 mio. hoger ten opzichte van de functie van [functie] . Ook is sprake van een verschil in beloning (…). De [functie] geeft leiding, maar op een coördinerende wijze, terwijl bij de [nieuwe functie] een strategische manier van leidinggeven vereist is. (…)Tot slot zijn wij van mening dat werknemer onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij op de peildatum [1 januari 2021, ktr] het “ [ afdeling 1] ”-gedeelte vervulde. (…) In het onderhavige geval achten we het aannemelijk dat werknemer een unieke functie bekleedt en zijn functie derhalve niet onderling uitwisselbaar is met andere functies binnen de onderneming, met name die van [nieuwe functie] . (…)Herplaatsing (…)Voor werknemer is de redelijke termijn één maand, omdat dit de voor werkgever in acht te nemen wettelijke opzegtermijn is. Uit de ontslagaanvraag blijkt dat werkgever heeft gekeken naar de herplaatsingsmogelijkheden binnen de onderneming en de groep. (…) Het verweer van werknemer dat hij geplaatst dient te worden in de functie van [nieuwe functie] kan naar onze mening niet slagen. Werkgever heeft aan werknemer de mogelijkheid geboden om op de functie van [nieuwe functie] te solliciteren. (…) Het had voor werknemer op de weg gelegen om te solliciteren. Nu hij dit naar ons weten heeft nagelaten, zijn wij van mening dat werknemer niet zonder meer van werkgever kan verwachten dat hij op deze functie geplaatst dient te worden. Bij de beoordeling van de ontslagvolorde hebben wij reeds geconcludeerd dat er sprake is van substantiële verschillen tussen beide functies. (…) Een werkgever heeft in dat geval de vrije keuze om de meest geschikte kandidaat in deze positie te benoemen. (…)
Het verzoek
primair:1. om de dienstbetrekking tussen [verzoeker] en AkzoNobel per eerst mogelijke datum te herstellen en daarbij te bepalen,
2. dat aan [verzoeker] over de periode van 1 november 2021 en datum herstel dienstbetrekking een bruto vergoeding toekomt ter hoogte van het totale salaris ad
€ 10.166,67 bruto per maand, exclusief emolumenten, te vermeerderen met emolumenten, te vermeerderen met de wettelijke verhoging, over de periode 1 november 2021 tot datum herstel dienstbetrekking, alsook vanaf datum herstel dienstbetrekking;
subsidiair:AkzoNobel te veroordelen om aan [verzoeker] te voldoen een billijke vergoeding;
meer subsidiair:1. te verklaren voor recht dat AkzoNobel ten opzichte van [verzoeker] toerekenbaar tekort geschoten is in de nakoming van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:686 BW, door aan [verzoeker] eenzijdig de werkzaamheden behorend bij zijn functie per 1 januari 2021 te ontnemen, en dat AkzoNobel verplicht is de (inkomens- en pensioen)schade die [verzoeker] dientengevolge lijdt aan hem te vergoeden;
2. te verklaren voor recht dat de door [verzoeker] te lijden (inkomens- pensioen)schade dient te worden berekend uitgaande van de fictieve situatie dat [verzoeker] vanaf 1 november 2021 nog 6 jaar in dienst van zou zijn gebleven, en derhalve over de periode van 1 november 2021 tot 1 november 2027;
3. AkzoNobel te veroordelen, om aan [verzoeker] te vergoeden alle kosten (van rechtsbijstand) die [verzoeker] vanaf 1 oktober 2021 heeft moeten maken ter zake het vaststellen van de aansprakelijkheid van AkzoNobel, en de vaststelling van de dientengevolge door hem geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat;
alles met veroordeling van AkzoNobel in de kosten van deze procedure.
Het verweer en voorwaardelijk tegenverzoek
De beoordeling
€ 375 miljoen tegenover een indirecte verantwoordelijkheid van circa € 150 miljoen. Bovenstaande gezichtspunten heeft [verzoeker] niet (gemotiveerd) bestreden en vormen objectiveerbare aanwijzingen dat geen sprake is van uitwisselbaarheid tussen de functies. Bovendien gaat [verzoeker] in zijn stelling dat de functies nagenoeg gelijk zijn eraan voorbij dat de functieomschrijving waarop hij zich beroept betrekking heeft op de functie [functie 2]
.Dit was - zo bleek al hiervoor - niet de functie van [verzoeker] . De functie van [verzoeker] was een unieke functie waarvoor geen functiebeschrijving bestond.