Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
J. [eiser] , te Les Bioux (Zwitserland), eiser (hierna: [eiser] )
de raad van bestuur van de sociale verzekeringsbank, verweerder (hierna: Svb)
Procesverloop
Overwegingen
(…) Eindelijk…! In September 1982 mocht ik vertrekken naar Marokko. Het was echt pionierswerk want JmeO had nog nooit iemand op lange termijn in dat land gehad. Ik werd er goed opgevangen door andere zendelingen o.a. van de AWZ. Naast alle evangelisatie leerde ik Marokkaans. Ook leerde ik veel over de Marokkaanse cultuur door 5 maanden bij een Marokkaans gezin in huis te wonen. In deze periode had ik geen verblijfsvergunning en moest dus Marokko elke 3 maanden verlaten (…).” Daarnaast is ter zitting door [eiser] verklaard dat hij gedurende zijn korte verblijven in Nederland de Marokkaanse gemeenschap opzocht om de Marokkaanse taal verder te ontwikkelen en dat hij afwisselend bij zijn ouders of op ‘de basis’ van JMEO verbleef en dus geen vaste zelfstandige woonruime had. Verder stelt de rechtbank vast dat de overgelegde dagboeken van [eiser] zien op de periode tot en met 1982, waardoor aanvullende informatie uit die tijd niet beschikbaar is. Het ontvangen van giften uit Nederland – zoals door [eiser] is aangevoerd – is onvoldoende om van een duurzame persoonlijke band met Nederland te kunnen spreken. De rechtbank volgt de Svb dan ook in het standpunt dat de duurzame band van persoonlijke aard tussen [eiser] en Nederland vanaf 1 september 1982 is verbroken. Hoewel het begrijpelijk is dat [eiser] door het lange tijdsverloop wellicht niet meer alles voorhanden heeft, dient dit voor zijn rekening en risico te komen. Alle feiten en omstandigheden overziend, komt de rechtbank dan ook tot het oordeel dat [eiser] over de periode 1 september 1982 tot en met 18 februari 1986 niet als ingezetene van Nederland kan worden aangemerkt.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen de bestreden besluiten 1 en 2 ongegrond;
- draagt de Svb op het betaalde griffierecht van € 48,- aan [eiser] te vergoeden;
- veroordeelt de Svb in de proceskosten van [eiser] tot een bedrag van € 1.068,-.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op