Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
- het wrakingsverzoek van 14 april 2021;
- de schriftelijke reactie van de rechter van 5 mei 2021.
1.Gronden van de beslissing
2.Het verzoek
Rechter A.W.J. Ros heeft gelogen en valsheid in geschrifte gepleegd omdat, zoals door ondergetekenden is aangevoerd, de valse zogenaamde aanschrijvingen voor het adres [adres] , [postcode] [plaats] , die het [stadsdeel] / mr. D.L. van Praag / De Alliantie in het desbetreffende kort geding (van 10-6-2014 – rechtbank) met zaaknummer: KK 14 — 751 hebben aangevoerd, de basis zijn van zijn beslissing. Rechter A.W.J. Ros heeft de mensenrechten van ondergetekenden, die onder andere in artikel 2, artikel 5, artikel 6, en artikel 8 van het EVRM zijn vastgelegd, zwaar geschonden. Deze feiten tonen aan dat rechter A.W.J. Ros ultra partijdig is tegen ondergetekenden in zaken met advocaat D.L. van Praag en De Alliantie en dat hij niet tot een eerlijke, onpartijdige en onafhankelijke beslissing in de procedure met zaaknummer: 9146143/CV21-5648 wil en kan komen.”