Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Regional Court in Opole(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Regional Court in Opolevan 12 juni 2019 met kenmerk VII Ka 1097/18, waarbij de eerder bij vonnis van 19 september 2018 van de
District Court in Nysaopgelegde straf is teruggebracht tot één jaar en acht maanden.
District Court in Nysavan 19 september 2018 en dat zijn advocaat ter zitting in hoger beroep aanwezig was. De opgeëiste persoon heeft zelf verklaard dat hij zijn advocaat, die op zijn verzoek hoger beroep heeft ingesteld, had gemachtigd om namens hem de verdediging te voeren. De opgeëiste persoon was derhalve op de hoogte van het proces en een door hem gemachtigd advocaat heeft zijn verdediging gevoerd tijdens het proces. De rechtbank is daarom, met de officier van justitie, van oordeel dat de weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW niet aan de orde is. Het verweer wordt verworpen.
4.Strafbaarheid
5.Poolse rechtsstaat
Openbaar Ministerie (Onafhankelijkheid van de uitvaardigende rechterlijke autoriteit)) [3] geoordeeld dat het bestaan van structurele en/of fundamentele gebreken wat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht van Polen betreft die in alle gevallen negatieve gevolgen voor de rechterlijke instanties in Polen kunnen hebben, op zichzelf niet volstaat om de hoedanigheid van “uitvaardigende rechterlijke autoriteit” in de zin van artikel 6 lid 1, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ aan elke Poolse rechter en rechterlijke instantie te ontzeggen. Niet valt in te zien hoe het gestelde gebrek aan onafhankelijkheid ten tijde van de uitvaardiging van het EAB een dreigende schending van het recht op een eerlijk proces van de opgeëiste persoon kan opleveren, nu hij reeds onherroepelijk is veroordeeld.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Regional Court in Opole(Polen).