Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Prosecutor General’s Office of the Republic of Latvia(Letland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the Riga City Vidzeme Suburb Courtvan 29 april 2019 waarin de opgeëiste persoon is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar en 3 maanden en 15 dagen met
probationary supervisionvan 2 jaar;
the Riga Regional Court Criminal Matters Court Panelvan 23 oktober 2019 waarbij het vonnis in eerste aanleg van 29 april 2019 gedeeltelijk is gewijzigd, in die zin dat aan hem een gevangenisstraf van 2 jaar is opgelegd met
probationary supervisionvan 2 jaar;
the Riga City Latgale Suburb Courtvan 7 juli 2020 waarbij de opgeëiste persoon voor een nieuw strafbaar feit is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, welke straf gedeeltelijk is samengevoegd met de in het vonnis van 23 oktober 2019 opgelegde straf. In totaal is opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar en 1 maand met
probationary supervisionvan 2 jaar;
the Riga City Latgale Suburb Courtvan 29 december 2020 waarin het nog niet ten uitvoer gelegde gedeelte van de aanvullende straf uit het vonnis van 7 juli 2020 - de
probationary supervision– is omgezet in een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden en 27 dagen.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
merits of the caseniet aan de orde zijn geweest en dat volgens de uitspraak in de zaak Ardic artikel 12 OLW niet van toepassing is.
de merits of the caseaan de orde zijn geweest, maar dat de opgeëiste persoon bij de processen aanwezig is geweest zodat artikel 12 OLW geen toepassing vindt.
de merits of thecase aan de orde zijn geweest, dat de opgeëiste persoon niet aanwezig is geweest bij het proces, maar dat de uitzondering van artikel 12 onder c OLW zich voordoet.
the merits of the caseaan de orde zijn geweest.
the Riga City Latgale Suburb Courtvan 7 juli 2020 is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voor een nieuw strafbaar feit, welke straf gedeeltelijk is samengevoegd met de in het vonnis van 23 oktober 2019 opgelegde straf. In totaal is opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren en 1 maand met
probationary supervisionvan 2 jaar.
the Riga City Latgale Suburb Courtvan
de probationary supervision- is omgezet in een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden en 27 dagen. In de brief van 9 september 2021 is door de Letse autoriteit vermeld dat alleen de kwestie van de tenuitvoerlegging van een vonnis aan de orde is geweest bij het proces dat tot het vonnis van 29 december 2020 heeft geleid. In de e-mail van 28 september 2021 van de Letse autoriteit wordt bevestigd dat de bij beslissing van 29 december 2020 opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden en 27 dagen overeenkomt met het gedeelte dat de opgeëiste persoon niet heeft voldaan van de aanvullende straf die is opgelegd bij vonnis van 7 juli 2020.
4.Strafbaarheid
5.Detentieomstandigheden.
6.Artikel 14 OLW
7.Verzoek tot het vaststellen van de in overleveringsdetentie verbleven dagen
registratiekaart inrichting Alphen aan den Rijnvan 30 september 2021 dat hij vanaf 14 juli 2021 niet gedetineerd heeft gezeten uit hoofde van deze overleveringszaak.
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Prosecutor general’s Office of the Republic of Latvia(Letland).