Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser] ,
[eiseres],
1.De procedure
2.De feiten
(…) [gedaagde] heeft de gebreke stelling op 2 juli 2021 ontvangen hij dacht dat het zelfde gebreke stelling was omdat wij na eerste gebreke stelling bankgarantie hadden geregeld dacht hij het zal wel over de zelfde gebeurtenis zijn en hij beheerst Nederlandse taal niet daarom heeft hij niks mee gedaan en daarbij als aankoopmakelaar ook niet geïnformeerd door verkopend makelaar en door de notaris zelfs notaris is niet geïnformeerd door de deurwaarder.
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 5.000,-, welke mogelijkheid [eiser] en [eiseres] bij voorbaat hebben afgewezen. Voor wat betreft de omvang van de schade is aannemelijk dat [eiser] en [eiseres] extra kosten hebben gemaakt, doordat [gedaagde] met tijdige afname van de woning in verzuim bleef. Zij hebben deze kosten echter niet begroot en ook niet met enig stuk onderbouwd. Verder staat vast dat [eiser] en [eiseres] de woning binnen korte tijd aan een derde hebben verkocht. [eiseres] wilde ter zitting niet meedelen voor welk bedrag de woning aan deze derde is verkocht, behalve dan dat de woning voor nagenoeg dezelfde prijs is verkocht. Gelet op de huidige woningmarkt wordt ervan uitgegaan dat [eiser] en [eiseres] van een (kleine) prijsstijging van de woning hebben geprofiteerd. Omdat [eiser] en [eiseres] de door hen gemaakte extra kosten niet hebben onderbouwd en niet bekend is voor welk bedrag de woning uiteindelijk is verkocht, kan de verhouding tussen de hoogte van de boete en de werkelijke schade, voor zover al geleden, niet worden vastgesteld.