Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid; feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW
- het onderzoek is in België aangevangen;
- bewijs bevindt zich in België;
- medeverdachten worden in België vervolgd;
- het gestelde slachtoffer is in België ontvoerd;
- het Nederlandse Openbaar Ministerie is niet voornemens om zelf de opgeëiste persoon te vervolgen voor de in het EAB genoemde feiten.
- aan de regeling van het EAB ten grondslag ligt dat overlevering de hoofdregel is en toepassing van een facultatieve weigeringsgrond de uitzondering dient te zijn;
- de weigeringsgrond ertoe strekt te voorkomen dat Nederland zou moeten meewerken aan overlevering voor een zogenoemd lijstfeit dat geheel of ten dele in Nederland is gepleegd en dat hier niet strafbaar is of hier niet pleegt te worden vervolgd.
6.Artikel 11 OLW; detentieomstandigheden
General Counsellorbij het
Directorate General Legislation, Fundamental Rights and Freedomsheeft bij brief van 9 september 2021 de volgende algemene garantie gegeven:
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsartikelen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de onderzoeksrechter in de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge (België).