Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het uitleveringsverzoek
the Ministry of Justicevan de
State of Israël(Israël)
.
4.Dubbele strafbaarheid
legal opinionvan de Israëlische advocaat mr. Tubul.
flagrant denial of justice. [4]
flagranteinbreuk op artikel 6, eerste lid, EVRM. De rechtbank stelt daarnaast vast dat Israël is aangesloten bij het IVBPR. Aldus dient de rechtbank er op basis van het vertrouwensbeginsel van uit te gaan dat Israël het recht op een berechting binnen een redelijke termijn ex artikel 14, derde lid, onder c, IVBPR zal waarborgen. Het primaire verweer wordt verworpen. Het subsidiair gedane verzoek wordt afgewezen, omdat een dreigende flagrante schending van het recht op een berechting binnen een redelijke termijn niet is vastgesteld. Voor wat betreft het meer subsidiair gedane verzoek verwijst de rechtbank naar haar advies aan de MvJeV.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsartikelen
8.Beslissing
TOELAATBAARde door Israël verzochte uitlevering van
[opgeëiste persoon]ten behoeve van de strafvervolging ter zake van de verdenking dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten zoals vermeld op het tussen [ ] geplaatste deel van de bijlage.