Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.2. De feiten
In het onder 1. genoemde proces-verbaal van 14 september 2021 staat onder meer het volgende:
De voorzitter deelt mee:Mr. I.N. Weski heeft aangevoerd dat zij onderzoekswensen heeft die zijn gebaseerd op berichten die nu alleen ter inzage worden gegeven aan de raadslieden
3.3. De verzoeken
4.De beoordeling
3.3. Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen in strafzaken brengt mee dat een rechterlijke (tussen)beslissing als zodanig nimmer grond kan vormen voor wraking: wraking is geen verkapt rechtsmiddel. Het gerecht dat over het wrakingsverzoek moet oordelen (de wrakingskamer) komt geen oordeel toe over de juistheid van de (tussen)beslissing noch over het verzuim te beslissen. Dat oordeel is voorbehouden aan de rechter die in geval van de aanwending van een rechtsmiddel belast is met de behandeling van de zaak.
5.Beslissing
- verklaart het door mr. I.N. Weski namens [verdachte 9] , [verdachte 7] en [verdachte 8] ingediende verzoek tot wraking van de rechters kennelijk ongegrond;
- verklaart de namens de overige verzoekers, te weten [verdachte 1] , [verdachte 2] , [verdachte 3] , [verdachte 4] , [verdachte 5] en [verdachte 1] ingediende verzoeken tot wraking van de rechters kennelijk niet ontvankelijk.