Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Prosecutor General’s Office of the Republic of Lithuania(Litouwen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
Chief Prosecutor) beroep in rechte mogelijk is en over de detentieomstandigheden in Litouwse detentie-instellingen.
mr. J.J.M. Asbroek. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsvrouw,
mr. F.T.C. Dölle (als waarnemer voor mr. B. Van Straaten) en door een tolk in de Spaanse taal.
mr. J.J.M. Asbroek. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsvrouw
mr. J.J.M. Asbroek. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsvrouw
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Court of Appeals of Lithuaniavan 7 mei 2019 (zaaknummer: 1A-282-518/2019)
4.Tussenuitspraken
Prosecutor General’s Officetot het uitvaardigen van een EAB. Deze oordelen dienen in de onderhavige uitspraak als herhaald en ingelast te worden beschouwd.
5.Detentieomstandigheden
European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment(CPT) waarin zorgen over de detentieomstandigheden in Litouwen in 2018 worden geuit. Ook verwijst de raadsvrouw naar een rapport van de
Human Rights Monitoring Institute2018-2019 en naar een
Country Reportvan de
US State Departmentvan 2020. Daarnaast is aangevoerd dat in april 2021 sprake is geweest van een corruptieschandaal in het gevangeniswezen in Litouwen en kwamen in december 2020 video’s naar buiten waaruit bleek dat sprake is van drugsmisbruik en geweld onder gevangenen. Hoewel de rechtbank bij uitspraak van 2 juni 2020 [1] heeft geoordeeld dat niet langer sprake is van een algemeen gevaar, is de situatie inmiddels gewijzigd. Er is sprake van een enorme toestroom aan migranten die massaal gedetineerd worden in Litouwse reguliere gevangenissen. Het detentiesysteem kampte voor deze toestroom al met ondercapaciteit en overbevolking, hetgeen nu zal verergeren. Bovendien schieten de medische voorzieningen in detentie in Litouwen tekort. De opgeëiste persoon heeft ernstige depressieklachten, een slaapstoornis en angstaanvallen. Naast deze psychische klachten is de opgeëiste persoon gewond aan zijn hand. Het CPT heeft in het rapport uit 2019 omschreven dat de gezondheidszorg in detentie ernstig tekortschiet.
mass detentionvan migranten en de medische voorzieningen.
US State Departmentverwijst naar het CPT rapport van 2019. Er zijn geen actuele, objectieve, betrouwbare, nauwkeurige en naar behoren bijgewerkte gegevens over de huidige omstandigheden in detentie-instellingen in Litouwen die zouden moeten leiden tot de conclusie dat er een algemeen reëel gevaar bestaat voor een onmenselijke of vernederende behandeling voor de opgeëiste persoon. Het gestelde met betrekking tot de
mass detentionvan migranten maakt dit oordeel niet anders. Wat betreft de medische omstandigheden verwijst de rechtbank naar haar uitspraak van 29 juni 2021 [2] waarin is bepaald dat geen algemeen reëel gevaar bestaat op een onmenselijke of vernederende behandeling voor gedetineerde psychiatrische patiënten in Litouwen. De benodigde voorzieningen voor de opname en behandeling van gedetineerden met psychiatrische aandoeningen zijn in Litouwen aanwezig. Ook bestaat geen aanleiding, mede gelet op het vertrouwensbeginsel, om aan te nemen dat de medische zorg omtrent de blessure aan de vinger van de opgeëiste persoon tekort zal schieten. Het verweer wordt verworpen en het verzoek om aanhouding wordt afgewezen.
6.Artikel 21a OLW
7.Gelijkstellingsverweer
Kamerstukken II2020/21, 35535, nr. 11, p. 8). De rechtbank verwijst in dit kader naar haar uitspraak van onder andere 15 juni 2021 [3] , waarin de vaste jurisprudentie omtrent het gelijkstellingsverweer is herhaald en aangescherpt, namelijk dat:
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan door de
Prosecutor General’s Office of the Republic of Lithuania(Litouwen).