Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
- één duivelsbal met twee ballen op een vaste voet van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één duivelsbal met één bal op een losse voet van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: vrouw met kind en losse spiegel van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: lachende man met staf van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: schedel klein van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding op knoop van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: gehurkte man van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: schedel (groot) van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: liggende man van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: vogel op knoop van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: twee vechtende mannen van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: man met lid en munten van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: hondachtige (wolf) van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: strijder van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: klok met figuren van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: man op knoop van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: draak op knoop van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: kalebassen van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: man op paard van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: lachende hond van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: man met draak van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: lachende hond met bal van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: drie honden van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: man met schat van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: paard op houten blok van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: uil op stuk hout van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- twee duivelsballen aan ketting van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: man met zwaard op knoop van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: dorp van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: liggende hond van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: man met lang achterlijf van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: vrouw met waaier van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- één snijwerk met afbeelding: zittend hondje van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus) en
- negen potjes met deksel, van olifantenivoor (Loxodonta africana en/of Elephas maximus),
5.Bewijs
6.Strafbaarheid van het feit
verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van de Europese Unie van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PbEG L 61);
CITES-basisverordening: verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van de Europese Unie van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PbEG L 61);
de artikelen 4, eerste lid, eerste volzin, tweede lid, eerste volzin, derde en vierde lid, 5, eerste en vierde lid, eerste volzin, 6, derde lid, 8, eerste lid, in samenhang met het vijfde lid, en 9, eerste, vierde en vijfde lid van de CITES-basisverordening;
tenzijsprake is van een ontheffing of – voor olifantenivoor – een vrijstelling aanwezig is. Voor het toepassen van de algemene ontheffing voor antiek ivoor (ivoor dat voldoet aan de definitie van artikel 2 onder w van de basisverordening) is vereist dat door de verkoper moet worden aangetoond dat het betreffende voorwerp vóór (3 maart) 1947 is verworven en bewerkt. De officier van justitie leidt uit de basisverordening en de zogenaamde Richtsnoeren (2017/C 154/07 en 2017/C 154/06) af dat het bewijs voor de rechtmatige verwerving al aanwezig moet zijn op het moment dat het voorwerp ten verkoop voorradig is en/of ten verkoop wordt aangeboden. De officier van justitie wijst er ook op dat op basis van artikel 62 van de uitvoeringsverordening geen certificaat vereist is, maar dat nog steeds geldt dat ten genoegen van de administratieve instantie
is aangetoonddat de voorwerpen onder de voorwaarden van artikel 2 onder w van de basisverordening zijn verworven.
issprake van een ontheffing. Uit de tekst van artikel 2 onder w van de basisverordening volgt niet dat het bewijs voorafgaand aan verkoop of tentoonstellen geleverd moet zijn. De officier van justitie heeft bij requisitoir verwezen naar diverse bronnen, waaronder de Richtsnoeren, op grond waarvan gesteld werd dat voorafgaand aan het ten verkoop aanbieden aangetoond moest worden dat sprake is van antiek ivoor. De rechtbank kan uit die bronnen enkel de verplichting afleiden dat het de betrokkene is, die moet aantonen dat sprake is van antiek ivoor, maar niet dat die dat in geval van toepasselijkheid van de algemene ontheffing van artikel 62 van de uitvoeringsverordening (of een voorloper van die bepaling) voorafgaand aan het ten verkoop aanbieden moet doen.
indien ten genoegen van de bevoegde autoriteit van de betrokken Lid-Staat is aangetoond dat die specimens verkregen werden en, indien zij niet uit de Gemeenschap afkomstig zijn, daarin werden binnengebracht overeenkomstig de geldende wetgeving inzake de instandhouding van de wilde flora en fauna.’
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
- 23 (oud), 51 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 1a (oud), 2 en 6 (oud) van de Wet op de economische delicten;
- 3.37 van de Wet natuurbescherming;
- 3.14 van de Regeling natuurbescherming; en
- 8 van de Basisverordening (EG) 338/97.
10.Beslissing
voor wat betreft de specimens van bijlage Aniet strafbaar en ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging ter zake daarvan.
voor wat betreft de specimens van bijlage Bop:
overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 3.37 van de Wet natuurbescherming, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.
voor wat betreft de specimens van bijlage Bstrafbaar.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
€ 200,- (tweehonderd euro).