ECLI:NL:RBAMS:2021:3509

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 juli 2021
Publicatiedatum
7 juli 2021
Zaaknummer
13/751488-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening en schorsing van het onderzoek in een Europees aanhoudingsbevel met betrekking tot rechtsbijstand van minderjarigen in Polen

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 6 juli 2021, wordt de vordering ex artikel 23 Overleveringswet behandeld, ingediend door de officier van justitie. De zaak betreft een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de District Court in Rzeszów, Polen, op 14 mei 2020. De opgeëiste persoon, geboren in 1994 in Polen, is gedetineerd in Nederland en heeft geen vaste woon- of verblijfplaats. De rechtbank heeft de behandeling van de vordering op verschillende zittingen geschorst en heropend, waarbij de identiteit van de opgeëiste persoon is vastgesteld en de rechtsbijstand voor minderjarigen in Polen is onderzocht. De rechtbank heeft op 30 maart 2021 het onderzoek gesloten en aangekondigd dat uitspraak zou worden gedaan op 13 april 2021. Tijdens deze zitting is het onderzoek heropend en geschorst voor onbepaalde tijd om de officier van justitie in staat te stellen vragen te stellen aan de Poolse autoriteiten over de rechtsbijstand van minderjarigen. De rechtbank heeft op 22 juni 2021 de behandeling van de vordering voortgezet en de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten het onderzoek opnieuw te heropenen en te schorsen tot 20 juli 2021, om meer tijd te hebben voor beraad.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/751488-20
RK nummer: 20/2798
Datum uitspraak: 6 juli 2021
TUSSEN- UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 9 juni 2020 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 14 mei 2020 door de
District Court in Rzeszów(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1994,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in het Justitieel Complex [plaats detentie] ,
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

Zitting 6 augustus 2020
De vordering is behandeld op de openbare zitting van 6 augustus 2020. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie, mr. J.J.M. Asbroek. De opgeëiste persoon is niet verschenen. De raadsman van de opgeëiste persoon, mr. S. Kriekaard, advocaat te Arnhem, is ter zitting aanwezig.
De rechtbank heeft de behandeling van de vordering voor bepaalde tijd geschorst, te weten tot de zitting van 2 september 2020, nu het niet mogelijk is gebleken om binnen het tijdslot een videoverbinding met de opgeëiste persoon in het detentiecentrum tot stand te laten komen.
Zitting 2 september 2020
De behandeling van de vordering is voortgezet op de openbare zitting van 2 september 2020. De opgeëiste persoon is, via videoverbinding, gehoord in tegenwoordigheid van de officier van justitie, mr. N.R. Bakkenes. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. S. Kriekaard, die vanwege gezondheidsredenen aan de zitting heeft deelgenomen via een telefoonverbinding, en door een tolk in de Poolse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, eerste lid, OLW uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd en heeft vervolgens de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, derde lid, OLW uitspraak moet doen voor onbepaalde tijd verlengd omdat zij die verlengingen nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.
De rechtbank heeft bepaald dat het onderzoek ter zitting voor onbepaalde tijd wordt geschorst om de beantwoording af te wachten van de aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: Hof van Justitie) gestelde prejudiciële vragen bij de verwijzingsuitspraak van deze rechtbank van 31 juli 2020 (ECLI:NL:RBAMS:2020:3776).
Zitting 30 maart 2021
De behandeling van de vordering is, met toestemming van partijen in gewijzigde samenstelling, voortgezet op de openbare zitting van 30 maart 2021. De opgeëiste persoon is, via videoverbinding, gehoord in tegenwoordigheid van de officier van justitie, mr. C.L.E. McGivern. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. D.W.H.M. Wolters, advocaat te Hoofddorp en door een tolk in de Poolse taal.
De rechtbank heeft het onderzoek gesloten en medegedeeld dat uitspraak zal worden gedaan op 13 april 2021.
Tussenuitspraak 13 april 2021
De rechtbank heeft bij tussenuitspraak van 13 april 2021 het onderzoek heropend en geschorst voor onbepaalde tijd, teneinde de officier van justitie in de gelegenheid te stellen aan de Poolse autoriteiten vragen voor te leggen omtrent, kort gezegd, de waarborgen van de rechtsbijstand van minderjarigen in strafzaken in Polen in het algemeen en met betrekking tot de strafzaak van de opgeëiste persoon in het bijzonder.
Zitting 22 juni 2021
De behandeling van de vordering is, met toestemming van partijen in gewijzigde samenstelling, voortgezet op de openbare zitting van 22 juni 2021. De opgeëiste persoon is, via videoverbinding, gehoord in tegenwoordigheid van de officier van justitie, mr. N.R. Bakkenes. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadslieden, mrs. D.W.H.M. Wolters en S.W. Kuijpers, advocaten te Hoofddorp en door een tolk in de Poolse taal.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.

3.Heropening onderzoek ter zitting en schorsing voor bepaalde tijd

De rechtbank zal het onderzoek ter zitting heropenen omdat zij meer tijd nodig heeft om zich te beraden op de uitspraak in de onderhavige zaak.
Gelet op de reden voor de heropening bestaat er geen noodzaak om een nadere inhoudelijke
behandeling van de zaak te plannen.
De rechtbank zal het onderzoek ter zitting daarom voor bepaalde tijd schorsen tot de zitting van 20 juli 2021 om 12.15 uur. Op deze datum zal de rechtbank het onderzoek ter zitting sluiten en direct uitspraak doen.

4.Beslissing

HEROPENTen
SCHORSThet onderzoek voor
bepaalde tijd, tot de zitting van 20 juli 2021 om 12.15 uur;
BEVEELTde oproeping van de opgeëiste persoon tegen een nader te bepalen dag en tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan zijn raadsman.
Aldus gedaan door
mr. A.K. Glerum, voorzitter,
mrs. J.A.A.G. de Vries en N.M. van Waterschoot, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Gigengack, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 6 juli 2021.