Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De waardering van het bewijs
4.De bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De motivering van de straf
8.De vordering van de benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
149 dagen.
wijstde vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk
toetot een bedrag van
€ 5.092,95 (zegge: vijfduizendtweeënnegentig euro en vijfennegentig cent)en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 1] , van dit bedrag, bestaande uit
€ 1.592,95 (zegge: duizendvijfhonderdtweeënnegentig euro en vijfennegentig cent) materiële schade en
€ 3.500,- (zegge: drieduizendvijfhonderd euro)immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 december 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening.
€ 5.092,95 (zegge: vijfduizendtweeënnegentig euro en vijfennegentig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt gijzeling toegepast tot maximaal 60 dagen.
heft ophet bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop verdachte in het kader van de zorgmachtiging geplaatst kan worden in een kliniek van Arkin of een andere GGZ-instelling.