Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
[naam 1], arts-assistent SEH en[naam 2], chirurg, d.d. 29 oktober 2017.
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 4.832,78, bestaande uit
- Immateriële schade
- Materiele schade
€ 139,00
€ 1.832,78
immateriële schadeovereenkomstig de vordering op voet van artikel 6:106 BW naar billijkheid vast op een bedrag van
€ 3.000,00.
€ 139,00betreffende het overhemd heeft de verdediging de vordering van de benadeelde partij gemotiveerd betwist en is het hof van oordeel dat de feiten en omstandigheden die tot toewijzing van dit deel van de vordering zouden kunnen leiden in onvoldoende mate zijn komen vast te staan. Dit deel van de vordering wordt
afgewezennu de niet-toewijsbaarheid niet volgt uit de beperkingen van het strafproces, de benadeelde partij genoegzaam in de gelegenheid is geweest zijn vordering te onderbouwen en de ongegrondheid van die vordering in voldoende mate is komen vast te staan.
materiële schadetot een bedrag van
€ 1.598,62toegewezen.
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
€ 4.598,62 (vierduizend vijfhonderdachtennegentig euro en tweeënzestig cent) bestaande uit € 1.598,62 (duizend vijfhonderdachtennegentig euro en tweeënzestig cent) materiële schade en € 3.000,00 (drieduizend euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is,
vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.