ECLI:NL:RBAMS:2021:2273
Rechtbank Amsterdam
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding na detentie zonder inverzekeringstelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 9 april 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschrift dat op 28 januari 2021 was ingediend. Verzoeker, die in oktober 2020 was aangehouden voor diefstal, verzocht om schadevergoeding voor de tijd die hij op het politiebureau had doorgebracht, ondanks dat hij niet in verzekering was gesteld. De rechtbank heeft de verzoeken op basis van artikel 533 en 530 van het Wetboek van Strafvordering afgewezen. De rechtbank oordeelde dat verzoeker niet in verzekering had hoeven worden gesteld en dat er geen grond was voor het toekennen van schadevergoeding voor de tijd doorgebracht in een politiecel. Ook de vergoeding voor de kosten van het opstellen en indienen van het verzoekschrift werd afgewezen. De rechtbank concludeerde dat verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn verzoeken, en deze beslissing werd openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open voor zowel de officier van justitie als verzoeker.