Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , te Amsterdam, eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft eiser, die kinderopvangtoeslag ontvangt, beroep ingesteld tegen de beslissing van de Belastingdienst/Toeslagen om de vergoeding van de eigen bijdrage kinderopvang vast te stellen op € 64. Eiser heeft van 16 maart 2020 tot 11 mei 2020 geen gebruik kunnen maken van de gastouderopvang door de coronamaatregelen en heeft in die periode € 578 aan eigen bijdrage betaald. Eiser verzocht om een hogere vergoeding, omdat hij meende dat de vergoeding niet in overeenstemming was met de werkelijke kosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergoeding is gebaseerd op de gegevens die op de peildatum van 6 april 2020 bekend waren. Eiser heeft pas in juli 2020 een wijziging in het aantal opvanguren doorgegeven, wat niet kan worden meegenomen in de berekening van de vergoeding. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO, die de basis vormt voor de vergoeding, een algemeen verbindend voorschrift is en dat de keuze voor de peildatum van 6 april 2020 niet in strijd is met hogere regelgeving. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat de regeling zorgvuldig is tot stand gekomen en de wetgever bewust heeft gekozen voor deze peildatum om een snelle uitvoering van de regeling mogelijk te maken. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om de gevraagde exceptieve toetsing te honoreren.