8.2.Volgens eiseres baseert verweerder het standpunt van onrechtmatige verhuur alleen op de identieke hotelmatige inrichting. Ter verklaring hiervan heeft eiseres uitgelegd dat de woningen ongeveer tien jaar geleden gerenoveerd zijn met de intentie van verhuur. Dat verklaart ook de aanwezigheid van de informatiebladen. Eiseres voert aan dat een bepaalde wijze van inrichting van een woning geen overtreding van de regelgeving oplevert, omdat het gaat om het gebruik van de woningen. Verweerder heeft zijn conclusies gebaseerd op incidenteel en kosteloos gebruik door bekenden en vrienden van de familie en het familiebedrijf. Ten tijde van het huisbezoek waren er voorbereidingen voor verblijf van privégasten voor de bruiloft van een zoon van [naam] . Eiseres concludeert dat het incidentele gebruik door privégasten om niet geen onttrekking van de woonruimtes aan de woningvoorraad is, omdat de woonruimtes nog steeds beschikbaar waren.
9. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat de woningen op de tweede tot en met de vierde verdieping anders dan ten behoeve van de bewoning door de eigenaar aan de bestemming tot bewoning onttrokken zijn. Uit de wetsgeschiedenisen de toelichting op de Huisvestingsverordening volgt dat onder woningonttrekking wordt verstaan elk ander gebruik dan permanente bewoning.Het staat vast dat er ten tijde van de constatering van de overtreding niemand woonde of stond ingeschreven in de woningen op de tweede tot en met de vierde verdieping. Ook staat vast dat er in de woningen een identieke inrichting was, geen persoonlijke spullen aanwezig waren, en dat er gastenboeken en toeristische informatie zijn aangetroffen. De rechtbank overweegt dat verweerder deze feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang terecht heeft betrokken bij de vaststelling dat er sprake is van onttrekking.Het incidenteel gebruik van de woningen door zakelijke en privérelaties om niet, zoals dat volgt uit de verklaringen van [naam] , is ander gebruik dan permanente bewoning en daarmee woningonttrekking, waarvoor een onttrekkingsvergunning vereist is.Het betoog van eiseres, dat dit incidentele gebruik wezenlijk anders is dan toeristische verhuur, treft geen doel. Uit vaste rechtspraak volgt dat ook eenmalig gebruik van een woning door toeristen maakt dat een woning niet beschikbaar is voor duurzame bewoning en aldus onttrokken is aan de woonruimtevoorraad.Bovendien maakt het gegeven of gasten nu wel of niet betalen voor het verblijf, niet uit voor de vaststelling dat een woning feitelijk onttrokken is aan de woonruimtevoorraad. De vergelijking met een logé in een reguliere woning kan niet worden gevolgd, nu in een dergelijke woning wel wordt voldaan aan de voorwaarde van permanente bewoning. Verweerder heeft dus terecht vastgesteld dat er sprake is van woningonttrekking wegens ander gebruik van de woning dan permanente bewoning. De grond slaagt niet.
Grondslag van handhaving?
10. Eiseres voert aan dat verweerder met het standpunt dat het niet hebben van permanent bewoonde woningen niet is toegestaan, leegstand van de woningen lijkt te willen tegengaan. Als verweerder leegstand had willen tegengaan, had verweerder moeten handhaven overeenkomstig de Leegstandverordening Amsterdam 2016.
11. De rechtbank overweegt dat het aan verweerder is om op grond van de feiten en omstandigheden te constateren welke overtreding heeft plaatsgevonden. Het standpunt van verweerder is dat er sprake is van onrechtmatige woningonttrekking. Verweerder heeft dan ook de bevoegdheid om op grond van de geconstateerde overtreding van woningonttrekking een boete op te leggen. De grond slaagt niet.
Kan eiseres als overtreder worden aangemerkt?
12. Uit vaste jurisprudentie van de Afdelingvolgt dat de overtreder degene is die het desbetreffende wettelijke voorschrift daadwerkelijk heeft geschonden. Dat is in de eerste plaats degene die de verboden handeling fysiek heeft verricht. Daarnaast kan in bepaalde gevallen degene die de overtreding niet zelf feitelijk heeft begaan, doch aan wie de handeling is toe te rekenen, voor de overtreding verantwoordelijk worden gehouden en derhalve als overtreder worden aangemerkt. Niet in geschil is dat het pand eigendom is van eiseres en dat zij op de hoogte was van hoe het pand in gebruik was. Daarmee kan eiseres als overtreder worden aangemerkt.
Is er reden tot matiging?