In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam geoordeeld over een beroep van een eiseres tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting die haar was opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. De eiseres ontving de naheffingsaanslag op 2 oktober 2019, omdat haar auto op 27 september 2019 geparkeerd stond zonder dat hiervoor parkeerbelasting was betaald. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar van de eiseres ongegrond, waarna de eiseres in beroep ging. Tijdens de zitting op 30 september 2020, die via een videoverbinding plaatsvond, heeft de eiseres haar standpunt toegelicht en foto’s overgelegd ter ondersteuning van haar betoog dat zij ten onrechte was beboet.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de parkeerplaats waar de eiseres haar auto had geparkeerd, gemarkeerd was met een blauwe streep, wat volgens de eiseres betekende dat zij gratis kon parkeren met een blauwe schijf. De heffingsambtenaar stelde echter dat de blauwe streep was verwijderd en dat de eiseres geparkeerd stond in een zone waar betaald parkeren gold. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen gewogen en geconcludeerd dat de gemeente niet aan haar informatieplicht heeft voldaan. De borden en de blauwe strepen waren met elkaar in tegenspraak, wat leidde tot verwarring over het geldende parkeerregime.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van de eiseres gegrond verklaard, de bestreden uitspraak vernietigd en de naheffingsaanslag herroepen. De heffingsambtenaar is verplicht het door de eiseres betaalde griffierecht te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan door rechter F.L. Bolkestein, en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.