Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Poznań(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
27 augustus 2019 in de stand waarin het zich bevond ten tijde van de aanhouding op
1 augustus 2019. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. R. Vorrink. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman en door een tolk in de Poolse taal.
15 oktober 2019 in de stand waarin het zich bevond ten tijde van de aanhouding op
27 augustus 2019. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. M. Diependaal. De opgeëiste persoon is bijgestaan door waarnemend raadsman,
mr. S.J. Römer, advocaat te Amsterdam, en door een tolk in de Poolse taal.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
cumulative judgment of the Poznań District Court – Nowe Miasto and Wilda in Poznań dated 5 juni 2017, case no. III K 716/16, with the cumulative custodial sentence of three years concerns the cumulation of the following:
18 dagen. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij het hiervoor genoemde vonnis van 5 juni 2017 case no. III K 716/16.
4.Strafbaarheid
5.Weigering van de overlevering (specialiteitsbeginsel)
Zdiaszek, C-271/17 PPU, ECLI:EU:C:2017:629). Indien de uiteindelijke vrijheidsstraf zou worden vastgesteld door een rechter die een beoordelingsmarge heeft bij de vaststelling van de strafmaat, zou gelet op de gebrekkige stand van de Poolse rechtsstaat ook moeten worden getoetst of de opgeëiste persoon een reëel gevaar loopt dat zijn grondrecht op een onafhankelijk gerecht zal worden geschonden en derhalve dat zijn grondrecht op een eerlijk proces in de kern zal worden aangetast, zo heeft de rechtbank in de tussenuitspraak overwogen.
- Is het vaststellen van de aangepaste vrijheidsstraf na overlevering van de opgeëiste persoon aan Polen de taak en bevoegdheid van een rechter?
- Zo ja, beschikt de desbetreffende rechter over een beoordelingsmarge bij de vaststelling van de strafmaat, of is er sprake van een louter formele berekening?
ordervan 15 januari 2020 heeft
the Regional Court for Poznań-Nowe Miasto and Wilda in Poznańter beantwoording van deze vragen het volgende verklaard:
the Regional Court in Poznańbevoegd is om te beslissen over eventuele aanpassing van de strafmaat met inachtneming van de gedeeltelijke weigering van de overlevering van de opgeëiste persoon. De eerste van de hiervoor weergegeven vragen is daarmee voldoende beantwoord.
‘final and as such subject to enforcement’is, lijkt te volgen dat in deze zaak de vrijheidsstraf, ondanks een gedeeltelijke weigering en ondanks het antwoord op de eerste vraag, niet zal worden aangepast. De rechtbank is daarom van oordeel dat, hoewel zij van oordeel is dat in Polen in een geval als het onderhavige in het algemeen de naleving van het specialiteitsbeginsel is gewaarborgd (Rb. Amsterdam 28 oktober 2014 (ECLI:NL:RBAMS:2014:9873), in deze zaak de verstrekte informatie niet toereikend is om de beschermende werking van het specialiteitsbeginsel na overlevering voor de opgeëiste persoon te waarborgen. De rechtbank zal de overlevering dan ook weigeren.
6.Beslissing
[opgeëiste persoon].