ECLI:NL:RBAMS:2020:4203
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift DNA-afname veroordeelde ongegrond verklaard
In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 30 juli 2020, is het bezwaarschrift van de veroordeelde tegen de afname van DNA-profiel ongegrond verklaard. De veroordeelde, geboren in 1966, had bezwaar aangetekend tegen het bevel van de officier van justitie om celmateriaal af te nemen voor DNA-onderzoek, met als argument dat het feit waarvoor hij was veroordeeld niet relevant was voor opsporing bij recidive. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift tijdig was ingediend en dat de veroordeelde rechtsgeldig was opgeroepen, maar niet in de zitting was verschenen.
De officier van justitie stelde dat de uitzonderingen voor DNA-afname niet van toepassing waren op de veroordeelde, aangezien het misdrijf waarvoor hij was veroordeeld, het gebruik maken van een vals identiteitsbewijs, wel degelijk aanleiding kan geven tot het afnemen van DNA. De rechtbank heeft de wetsgeschiedenis en relevante jurisprudentie in overweging genomen en geconcludeerd dat de aard van het misdrijf en de omstandigheden waaronder het gepleegd is, geen grond vormen voor het niet afnemen van DNA.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het bevel tot DNA-afname voldoet aan de wettelijke eisen en dat er geen uitzonderingen van toepassing zijn. Het bezwaar van de veroordeelde is derhalve ongegrond verklaard. De beslissing is genomen door de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing staat voor de veroordeelde geen rechtsmiddel open.