Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Ter zitting waren aanwezig:
Vonnis is bepaald op heden.
2.De feiten
sells and shall assign (cederen) to the Buyer[Promontoria, vzr]
and the Buyer purchases and shall accept the assignment (cessie) of its rights in relation to such Assets (…) in accordance with the provisions of the Transfer of Contract and Assignment; (…)”.
deed), waarbij Van Lanschot en Promontoria partij zijn, is onder het kopje ‘
IT IS AGREEDas follows’ bepaald in artikel 2.3 onder (a):
, the Transferor[Van Lanschot, vzr]
agrees to assign and hereby assigns (cedeert) to the Transferee[Promontoria, vzr]
all of the rights and benefits under the Assets (…) which assignment is hereby accepted by the Transferee.”
deedbevat een rechtskeuze voor Nederlands recht.
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie en in reconventie
vordert dat Promontoria(en dus niet: Ortolan, vzr)
verboden wordt de kredietovereenkomst met [eisers] c.s. op te eisen dan wel op te zeggen dan wel het nemen van rechtsmaatregelen, waaronder begrepen uitwinning van zekerheden (…)”.
“Promontoria”(dus niet: Ortolan, vzr) zal worden voortgezet etc. En in randnummer 130:
de portefeuille van [eisers] c.s. wil (laten) executeren.”
“Promontoria”is vervangen door
“Ortolan”.
NJ1983, 600, ECLI:NL:HR:AG4601). Het is een “herhaling van zetten”, zoals Ortolan het heeft genoemd.
private bankwaar de relatie met de cliënt hoog in het vaandel staat, hen – in hun ogen – ‘dumpte’ bij Promontoria, een instelling die geen bank is en die volgens [eiser] jr. niet geïnteresseerd was in de relatie maar als motto had ‘loan to own’. Of Van Lanschot haar zorgplicht heeft geschonden en of Promontoria in strijd met de redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld, door niet (tijdig) in te gaan op brieven en het krediet te snel in zijn geheel op te eisen, zoals [eiser] jr. ter zitting mede naar aanleiding van de arresten van de Hoge Raad heeft bepleit, kan (en zal) op vordering van [eisers] c.s. (moeten) worden beoordeeld in een bodemprocedure en zal – indien de rechter oordeelt dat dat het geval is – kunnen leiden tot een verplichting tot schadevergoeding. Op die manier zal [eiser] jr. dan – indien de rechter oordeelt dat daar aanleiding voor is – alsnog worden gecompenseerd. Dit kort geding is daarvoor niet de juiste rechtsingang.