Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straffen en maatregelen
8.Beslag
9.Ten aanzien van de benadeelde partijen
[persoon 1]vordert in totaal een bedrag van € 496,00 aan materiële schadevergoeding en € 250,00 aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente.
[persoon 2]vordert in totaal een bedrag van € 20,00 aan materiële schade en € 500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. Daarnaast heeft de benadeelde partij verzocht een schadevergoedingsmaatregel in de zin van artikel 36f Wetboek van Strafrecht op te leggen.
[persoon 3]vordert een bedrag van € 400,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. Daarnaast heeft de benadeelde partij verzocht een schadevergoedingsmaatregel in de zin van artikel 36f Wetboek van Strafrecht op te leggen.
10.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
90 (negentig) dagen.
68 (achtenzestig) dagen, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
1. Meldplicht
2. Ambulante behandeling
3. Begeleid wonen/ maatschappelijke opvang
4. Schuldhulpverlening
5. Dagbesteding
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, van
120 (honderdtwintig) uren, met bevel, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis van
60 (zestig) dagenzal worden toegepast.