ECLI:NL:GHAMS:2019:2873
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- P.C. Römer
- A.D.R.M. Boumans
- A.M. van Amsterdam
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis met niet-ontvankelijkheid vorderingen benadeelde partijen in verband met beschermingsbewind
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 15 juni 2018. De verdachte, geboren in 1969, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin vorderingen van benadeelde partijen waren toegewezen. Het hof heeft de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte onder beschermingsbewind staat en de bewindvoerder niet was opgeroepen. Dit betekent dat de verdachte niet zelfstandig kon procederen met betrekking tot de vorderingen van de benadeelde partijen. De advocaat-generaal had gevorderd dat de vorderingen van de benadeelde partijen bevestigd zouden worden, maar het hof oordeelde dat dit een onevenredige belasting van het strafgeding zou zijn. De benadeelde partijen kunnen hun vorderingen nu alleen bij de burgerlijke rechter aanbrengen. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd voor wat betreft de beslissingen op de vorderingen van de benadeelde partijen en de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, maar heeft het vonnis voor het overige bevestigd. De kosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.