ECLI:NL:RBAMS:2020:2658
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen vreemdelingenrechter in asielprocedure
Op 6 mei 2020 heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker, ingediend op 21 april 2020. Het verzoek was gericht tegen mr. A.K. Mireku, een vreemdelingenrechter, en was ingediend in het kader van een asielprocedure. De verzoeker stelde dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding was gekomen door een zelfstandige procesbeslissing van de rechter, die de termijn voor de IND om een verweerschrift in te dienen had verlengd zonder dat hierom was verzocht. Dit zou volgens de verzoeker de effectiviteit van zijn rechtsmiddel ondermijnen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat volgens artikel 8:15 van de Algemene Wet Bestuursrecht rechters gewraakt kunnen worden op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. De Wrakingskamer benadrukte echter dat rechters vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. In dit geval oordeelde de Wrakingskamer dat de beslissing van de rechter om de IND meer tijd te geven om een verweerschrift in te dienen, niet onderhevig was aan hun beoordeling, maar aan de rechter die de zaak behandelt.
Uiteindelijk werd het wrakingsverzoek als kennelijk ongegrond afgewezen, en er werd geen mondelinge behandeling gehouden. De beslissing werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.