Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 6 maart 2020 in de zaak tussen
[eiser] , te Zaandam, eiser (hierna: [eiser] )
Procesverloop
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 6 maart 2020.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 6 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, werkzaam bij de gemeente Amsterdam, en het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. De eiser was ontslagen vanwege een verstoorde arbeidsrelatie, die voortkwam uit zijn gedrag en communicatie met collega's en leidinggevenden. Het college had eerder een verbod tot toegang tot de werkplek opgelegd, wat door de rechtbank als gerechtvaardigd werd beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de eiser geen blijk had gegeven van bereidheid om zijn gedrag aan te passen, wat leidde tot de conclusie dat voortzetting van het dienstverband niet meer van het college kon worden verlangd. De rechtbank wees het beroep van de eiser ongegrond en oordeelde dat hij geen recht had op een bovenwettelijke uitkering of compensatie, omdat het ontslag op de juiste gronden was verleend. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een goede arbeidsrelatie en de gevolgen van ongewenst gedrag op de werkvloer.