In deze zaak heeft de stichting Woningstichting Eigen Haard een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij die niet is verschenen. De procedure vond plaats bij de Rechtbank Amsterdam, afdeling privaatrecht, onder zaaknummer 8411033 CV EXPL 20-5627. De eisende partij heeft de dagvaarding ingediend, maar de gedaagde partij is niet in de procedure verschenen. De kantonrechter heeft op 7 april 2020 vonnis gewezen.
De dagvaarding vermeldde dat de betekening van het exploot in de brievenbus van de gedaagde partij heeft plaatsgevonden in verband met de maatregelen rondom het coronavirus. De kantonrechter oordeelde echter dat er geen afdoende toelichting was gegeven waarom deze wijze van betekening noodzakelijk was en waarom niet is betekend volgens de reguliere procedure. Dit gebrek in de betekening leidt tot nietigheid van de betekening.
De kantonrechter heeft de eisende partij in de gelegenheid gesteld om het gebrek te herstellen. De eisende partij moet de gedaagde partij opnieuw oproepen, met inachtneming van de wettelijke dagvaardingstermijn, en daarbij het vonnis aanhechten aan het exploot van de eerder uitgebrachte dagvaarding. De zaak is aangehouden voor een nieuwe zitting op 12 mei 2020, waar de eisende partij de gelegenheid krijgt om het herstelexploot uit te brengen.