ECLI:NL:RBAMS:2020:1713

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 februari 2020
Publicatiedatum
12 maart 2020
Zaaknummer
C/13 / 680093 / FA RK 20/878
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen crisismaatregel en beoordeling medische verklaring in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 24 februari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin betrokkene beroep heeft ingesteld tegen een door de burgemeester van Amsterdam opgelegde crisismaatregel. Deze crisismaatregel was op 19 februari 2020 opgelegd en volgde op een eerdere maatregel die door de rechtbank was voortgezet tot en met 19 februari 2020. Betrokkene, die op vrijwillige basis in een kliniek verbleef, stelde dat de medische verklaring die aan de crisismaatregel ten grondslag lag onjuist was en dat er geen twee crisismaatregelen gelijktijdig konden bestaan. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de crisismaatregel en de medische verklaring zorgvuldig beoordeeld.

De rechtbank oordeelde dat de medische verklaring inderdaad onjuiste informatie bevatte, wat leidde tot een gegrondverklaring van het beroep tegen de crisismaatregel. De rechtbank benadrukte het belang van de juistheid van medische verklaringen, aangezien deze van invloed zijn op de grondrechten van betrokkenen, waaronder de vrijheid. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond voor wat betreft de onjuistheid in de medische verklaring, maar verklaarde het beroep voor het overige ongegrond. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was voor de gestelde schade.

De beschikking is gegeven door rechter P.B. Martens, bijgestaan door griffier G.P. Menkveld, en is op 3 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13 / 680093 / FA RK 20/878
kenmerk: OMZ399644
Beroep tegen een crisismaatregel
Beschikking van 24 februari 2020naar aanleiding van het beroep ex artikel 7:6 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) tegen een crisismaatregel, ten aanzien van:
[betrokkene]
Geboren op: [geboortedatum] 1967 te [geboorteplaats] (Suriname)
Wonende te: [woonplaats] , [adres]
hierna te noemen: betrokkene
advocaat: mr. J.W. Plantema te Amsterdam

1.Procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 21 februari 2020, heeft betrokkene beroep ingesteld tegen de door de burgemeester van Amsterdam op 19 februari 2020 jegens hem opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de beslissing van de burgemeester houdende het opleggen van de crisismaatregel d.d. 19 februari 2020;
- de medische verklaring d.d. 19 februari 2010.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 februari 2020, bij Mentrum kliniek, locatie [adres kliniek] , gelijktijdig met de behandeling van het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel.
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- raadsman van betrokkene, mr. J.W. Plantema;
- arts, mevrouw S.C. van Meerten (waarnemend arts);
- dochter van betrokkene, mevrouw [naam] .
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen, de rechtbank had geen behoefte aan het horen van de burgemeester.

2.Beoordeling

2.1
Vaststaande feiten
De rechtbank heeft op 29 januari 2020 besloten tot voortzetting van een eerdere crisismaatregel, welke door de burgemeester van Amsterdam op 27 januari 2020 is genomen. De duur van de voortzetting van de crisismaatregel is bepaald tot en met 19 februari 2020. Op 19 februari 2020 is eveneens een crisismaatregel genomen door de burgemeester van Amsterdam, welke een geldigheidsduur heeft tot en met 22 februari 2020. In de aan dat verzoek en het onderhavige verzoek ten grondslag liggende medische verklaring is vermeld dat betrokkene, na het aflopen van de crisismaatregel op 17 februari 2020, op dat moment op vrijwillige basis in de kliniek verbleef, maar dat inmiddels weer sprake was van een persisterende ontslagwens.
2.2
Verzoek
De raadsman van betrokkene heeft op grond van artikel 7:6 Wvggz beroep ingesteld tegen de beschikking van de burgemeester van Amsterdam van 19 februari 2020, waarin ten aanzien van betrokkene een crisismaatregel is genomen. Ook heeft hij een verzoek tot schadevergoeding ingediend op grond van artikel 10:12 Wvggz. De raadsman stelt zich op het standpunt dat er een verkeerde voorstelling van zaken is gegeven. In de aan de beschikking ten grondslag liggende ‘medische verklaring’ wordt bezijden de waarheid gesteld dat de vorige crisismaatregel liep tot 17 februari 2020 (en dat appellante daarna vrijwillig in de kliniek verbleef). De wethouder, aan wie de bevoegdheid tot het beslissen van een crisismaatregel is gemandateerd, had ook kunnen inzien dat het besluit niet mogelijk was. Er kunnen geen twee crisismaatregelen tegelijk zijn. De beschikking van de burgemeester van Amsterdam van 19 februari 2020 kan om deze reden geen stand houden en evenmin kan voortzetting van een non-existente crisismaatregel worden gemachtigd. De raadsman concludeert dat betrokkene gedurende vijf dagen onterecht en zonder juiste titel opgesloten heeft gezeten. Een schadevergoeding is om deze reden op zijn plaats.
2.3
Standpunten
De arts heeft ter zitting verklaard dat de gang van zaken in de laatste medische verklaring inderdaad niet juist is weergegeven. Het was de bedoeling dat na voorzetting van de crisismaatregel, waartoe de rechtbank op 29 januari 2020 heeft besloten, een zorgmachtiging onder de Wvggz zou volgen. De onafhankelijke psychiater die hierbij betrokken was heeft de stukken echter te laat aangeleverd. Dit had als gevolg dat de termijn van de voortzetting van de crisismaatregel expireerde. Daarbij speelde mee dat betrokkene in de laatste fase van de voortzetting van de vorige crisismaatregel aangaf niet op vrijwillige basis in de kliniek te willen verblijven. Gelet op de ontstane situatie en het toestandsbeeld van betrokkene is opnieuw een crisismaatregel aangevraagd.
2.4
Overwegingen
2.4.1
Gebleken is dat de medische verklaring onjuiste feitelijke informatie bevatte over de gang van zaken ter verkrijging van een crisismaatregel. Het was de bedoeling om een zorgmachtiging aan te vragen na voortzetting van de vorige crisismaatregel. De onafhankelijke psychiater die betrokkene daartoe had onderzocht heeft echter nagelaten de stukken tijdig aan te leveren. Door in de nieuwe medische verklaring ter verkrijging van een nieuwe crisismaatregel andere informatie te verstrekken is de burgemeester onjuist voorgelicht. Het is van fundamenteel belang dat van de juistheid van een medische verklaring kan worden uitgegaan, omdat op basis van een dergelijke verklaring inbreuken worden gemaakt op grondrechten van betrokkenen, waaronder vrijheidsbeneming. Het beroep wordt in zoverre dan ook gegrond verklaard.
2.4.2
Voorzover de raadsman heeft aangevoerd dat er geen twee maatregelen op grond van de Wvggz gelijktijdig van kracht kunnen zijn heeft hij daarin gelijk, echter, een logische wetsuitleg brengt mee dat een tweede crisismaatregel in de plaats komt van een eerdere (voortgezette) crisismaatregel (zie ook ECLI:NL:RBROT:2020:1547). Een beroep tegen deze laatste crisismaatregel schorst de werking daarvan niet (artikel 7:6 lid 3 Wvggz). Verder heeft te gelden dat ter gelegenheid van de behandeling van het beroep tegen de crisismaatregel is gebleken wat de feitelijke gang van zaken daadwerkelijk is geweest en niet in geding is dat met de juiste informatie de burgemeester tot het nemen van een nieuwe crisismaatregel was overgegaan. Het beroep wordt voor het overige dan ook ongegrond verklaard.
2.4.3
Voor wat betreft de gevraagde schadevergoeding op grond van artikel 10:12 Wvggz is namens betrokkene onvoldoende gesteld waaruit die schade heeft bestaan. Ook overigens acht de rechtbank geen gronden van billijkheid aanwezig om tot een schadevergoeding over te gaan.
2.5
Gelet op het voorgaande wordt beslist als volgt.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep tegen de crisismaatregel van 24 februari 2020 gegrond, voorzover het de onjuistheid in de medische verklaring betreft zoals hiervoor onder 2.4.1 overwogen;
- verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
- wijst af het verzoek tot schadevergoeding.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.B. Martens, rechter, bijgestaan door G.P. Menkveld als griffier, en op 3 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.