Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De tenlastelegging
2.Bewijsoverweging met betrekking tot het onder 1 tenlastegelegde
Bij de bloedafname, bedoeld in artikel 12, eerste lid, is een opsporingsambtenaar aanwezig, die:
“overeenkomstig het Besluit [..]” verzonden zijn naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) te Den Haag. Kennelijk heeft het NFI het bloedmonster doorgestuurd naar het Labor Mönchengladbach. De verbalisant vermeldt niet wanneer de bloedmonsters door hem zijn verzonden. De bloedmonsters zijn aangekomen bij het laboratorium op 31 oktober 2018, dat wil zeggen elf dagen nadat de bloedmonsters zijn afgenomen. Ook indien er rekening mee wordt gehouden dat de bloedmonsters eerst naar het NFI zijn verzonden en vanuit daar naar het Labor Mönchengladbach moet, nu een nadere uitleg voor het tijdsverloop ontbreekt, worden aangenomen dat de bloedmonsters niet zo spoedig mogelijk zijn verzonden.
De uitslag van het bloedonderzoek is aan de verdachte medegedeeld bij brief van 3 december 2018, oftewel twaalf dagen na het opmaken van het rapport. Ook als er rekening mee wordt gehouden dat tussen het opmaken van het rapport en de ontvangst daarvan door de verbalisant drie dagen zouden zijn verlopen, is de uitslag niet binnen één week aan de verdachte medegedeeld. Artikel 17 van het Besluit is daarmee niet nageleefd.
3.Bewezenverklaring feit 2
4.Het bewijs
5.De strafbaarheid
6.De eis van de officier van justitie.
7.De op te leggen straffen
8.Toepasselijke wetsartikelen
1 week.
€ 400,00(vierhonderd euro) bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 8 (acht) dagen vervangende hechtenis.