ECLI:NL:HR:2012:BW6206
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de naleving van voorschriften bij alcoholonderzoek in verkeerszaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 mei 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1979, was betrokken bij een verkeersongeval op 30 maart 2008 te Breda, waarbij hij onder invloed van alcohol een ernstig ongeval veroorzaakte. De verdachte had een alcoholgehalte van 1.20 milligram per milliliter bloed, wat leidde tot een zware verwonding van een inzittende van zijn voertuig. De verdediging voerde aan dat de voorschriften van het alcoholonderzoek niet in acht waren genomen, omdat het bloedmonster pas 11 dagen na afname naar het laboratorium was gestuurd. De Advocaat-Generaal concludeerde tot vernietiging van het arrest van het Hof en terugwijzing van de zaak.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof zonder nadere motivering had geoordeeld dat het bloedmonster 'zonder uitstel' was verzonden, terwijl dit oordeel niet begrijpelijk was gezien de lange tijd tussen de afname en verzending. De Hoge Raad benadrukte dat de waarborgen voor het alcoholonderzoek, zoals vastgelegd in de Wegenverkeerswet 1994, strikt nageleefd moeten worden. Indien deze waarborgen niet zijn nageleefd, kan het resultaat van het onderzoek niet voor het bewijs worden gebruikt. De Hoge Raad vernietigde het bestreden arrest en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor herbehandeling.
Deze uitspraak onderstreept het belang van zorgvuldigheid bij het uitvoeren van alcoholonderzoeken in verkeerszaken en de noodzaak voor rechters om hun oordelen goed te motiveren, vooral wanneer het gaat om de naleving van wettelijke voorschriften.