2.10.Rabobank heeft in haar akte uitgebreid toegelicht waarom geen sprake is van een Blend & Extend in de zin van het Herstelkader, maar van een nieuw rentederivaat (wederom in de zin van het Herstelkader). Van een Blend & Extend is volgens haar alleen sprake als een rentederivaat bij dezelfde bank is geherstructureerd, wat hier niet het geval is geweest. Uit het doel en de strekking van (de toelichting bij) het Herstelkader volgt dat de overstap naar een andere bank moet worden behandeld als een ‘novatie’ (zoals gedefinieerd in het Herstelkader) of een nieuw rentederivaat en niet als een Blend & Extend.
De uitleg van Rabobank dat geen sprake is van een Blend & Extend is voorshands overtuigend. De volgende argumenten van Rabobank springen daarbij het meest in het oog:
- Q&A I.11 (zie ook rechtsoverweging 4.8 van het tussenvonnis) luidt als volgt:
“De MKB-Klant kan dus niet per Bank EUR 100.000 coulancevergoeding krijgen. Indien geen sprake is van voortzetting, maar van een daadwerkelijk ander Rentederivaat (doordat karakteristieken van het Rentederivaat – bijv. looptijd of omvang Notional – gewijzigd zijn bij de ‘novatie’) in de zin van het herstelkader, kan de MKB-Klant aanspraak maken op een ‘nieuw’ maximum.”
Deze Q&A ziet dus, anders dan in het tussenvonnis in rechtsoverweging 4.8 is overwogen, niet op de vraag of sprake is van een ‘novatie’ of van een herstructurering, maar op de vraag of sprake is van ‘novatie’ of van een nieuw rentederivaat. Dit is ook in lijn met het gevolg dat het Herstelkader eraan koppelt, namelijk dat de klant tweemaal recht heeft op een coulancevergoeding van maximaal EUR 100.000. Uit het Herstelkader volgt dus dat een rentederivaat dat bij een overstap naar een andere bank is gewijzigd als twee afzonderlijke rentederivaten kwalificeert. Dit is anders dan in geval van ‘novatie’ of van een Blend & Extend.
- Ook de Derivatencommissie gaat uit van het feit dat door wijziging van de karakteristieken van een rentederivaat bij de overstap naar een andere bank een nieuw rentederivaat tot stand komt, zo blijkt uit de toelichting van de Derivatencommissie, geciteerd in rechtsoverweging 2.15 van het tussenvonnis:
“Indien er een modaliteit van het rentederivaat is gewijzigd, is er sprake van een nieuw rentederivaat.”
- Dat een Blend & Extend niet ziet op de situatie dat een klant is overgestapt van bank volgt uit het feit dat het Herstelkader geen bepalingen bevat over hoe de herstelactie in zo’n situatie zou moeten worden uitgevoerd.
- In het ‘Memorandum Blend & Extend’, bijlage XII bij het Herstelkader, wordt in geen van de 21 voorbeeldsituaties rekening gehouden met de situatie dat sprake zou zijn van een Blend & Extend door/bij de overstap naar een andere bank.
- De Blend & Extend-regeling in het Herstelkader bevat geen voorschriften voor de samenwerking tussen banken. Indien deze regeling (ook) had moeten zien op de situatie van een overstap naar een andere bank, had het voor de hand gelegen de samenwerking tussen banken te regelen in het Herstelkader.
- Het Herstelkader bevat voor ‘novatie’, waar het duidelijk wel gaat om herstel dat door meer dan een bank moet worden uitgevoerd, een uitgebreid en fijnmazig stelsel van regels, die van belang zijn voor de praktische uitvoering van het herstel (Rabobank noemt er negen), terwijl dergelijke regels over de samenwerking tussen banken bij de uitvoering van de ‘Blend & Extend-regeling’ ontbreken.
- Als de klant overstapt naar een andere bank en een nieuw rentederivaat wordt afgesloten, zal de nieuwe bank op dat moment informatie moeten inwinnen en een (rente)voorstel moeten doen dat op dat moment passend is voor de klant. De nieuwe bank dient haar advies over het nieuw af te sluiten rentederivaat (onder meer) af te stemmen op de professionaliteit van de klant op dat moment. Het zou dan ook niet logisch zijn om onder het Herstelkader uit te gaan van de datum van afsluiten van het eerste rentederivaat voor het vaststellen van de professionaliteit, terwijl dat wel het uitgangspunt is bij een Blend & Extend. Alleen bij ‘novatie’ (in de zin van het Herstelkader) wordt hierop een uitzondering gemaakt. Als alleen de wederpartij van de klant is gewijzigd en niet de kenmerken van het rentederivaat, hanteert het Herstelkader de fictie dat sprake is van één contract (zie Q&A V.1). Ook dat verbaast niet. Als de bank de voorwaarden van het rentederivaat niet wijzigt, maar slechts voortzet, zal de klant niet geholpen zijn als de bank op dat moment de professionaliteit van de klant toetst.Bovendien ‘adviseert’ de opvolgende bank op dat moment niet over een nieuw af te sluiten rentederivaat.