Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 december 2015, met producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende (voorwaardelijke) eis in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis van 1 juni 2016, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de (voorwaardelijke) conclusie van antwoord in reconventie tevens vermeerdering van eis in conventie, met producties;
- de antwoordakte vermeerdering eis tevens uitlating producties van 7 september 2016 aan de zijde van Rabobank;
- de akte aanvulling grondslagen vordering met als vermelde zittingsdatum 17 november 2016 aan de zijde van Amstel Inn Holding c.s.;
- de brief van de rechtbank van 16 november 2016 aan de advocaten van partijen, waarbij is aangekondigd dat de zaak vanwege de akte aanvulling grondslagen naar de rol werd verwezen voor conclusies van re- en dupliek en dat de geplande comparitie van partijen geen doorgang zou vinden;
- de conclusie van repliek, tevens inhoudende akte aanvulling grondslagen vordering, tevens inhoudende voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv, met producties;
- de conclusie van antwoord in het incident ex artikel 223 Rv, met producties;
- het verkorte proces-verbaal van de zitting, gehouden op 21 maart 2017.
2.Het geschil
in de hoofdzaak
3.De beoordeling in het incident
5 juli 2017voor conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van repliek in reconventie, aan de zijde van Rabobank, waarna Amstel Inn Holding c.s. nog zal kunnen dupliceren in reconventie;