ECLI:NL:RBAMS:2019:9549
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding voor kosten van huisvesting en verzorging van dieren in afwachting van CITES-uitvoervergunningen
In deze zaak heeft eiser, h.o.d.n. [bedrijf], een verzoek om schadevergoeding ingediend voor de kosten van huisvesting en verzorging van dieren in afwachting van CITES-uitvoervergunningen. De rechtbank Amsterdam heeft op 12 december 2019 uitspraak gedaan in deze meervoudige kamer. Eiser had aanvragen ingediend voor de verlening van CITES-uitvoervergunningen voor bepaalde diersoorten, maar deze aanvragen zijn door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit afgewezen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, en het bezwaar is gegrond verklaard, maar de minister heeft geen proceskosten vergoed omdat er geen onrechtmatigheid aan het bestuursorgaan te wijten was. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld en verzocht om schadevergoeding voor de kosten die hij heeft gemaakt voor de verzorging van de dieren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de indicatieve kostenlijst die eiser aanhaalt, niet kan worden gebruikt om de door hem gestelde schade vast te stellen. Eiser heeft zijn verzoek om schadevergoeding onvoldoende onderbouwd, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de kosten die hij heeft gemaakt niet vergelijkbaar zijn met de kosten die een professionele opvang zou maken. De rechtbank heeft de beroepen van eiser niet-ontvankelijk verklaard en de verzoeken om schadevergoeding afgewezen, maar heeft wel bepaald dat de minister het door eiser betaalde griffierecht moet vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.