Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
Ten aanzien van feit 1 wordt nog naar voren gebracht dat verdachte zich niet schuldig heeft gemaakt aan deelname aan een criminele organisatie. Voorts is geen sprake is van een gestructureerde en duurzame organisatie. Als dat wordt verworpen wordt verzocht om verdacht te ontslaan van alle rechtsvervolging nu niet de specialis van artikel 11b Opiumwet maar artikel 140 Sr ten laste is gelegd. Ten aanzien van feit 2 geldt dat het medeplegen niet bewezen kan worden. Voor zowel feit 1 als 2 geldt dat bij een bewezenverklaring een pleegperiode gehanteerd moet worden van 20 september 2017 tot en met 1 november 2017.
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.Beslag
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
12 (twaalf) maanden.
7 (zeven) maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.