Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
2nd Penal Division of the Regional Court in Elbląg(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Tussenuitspraak van 18 januari 2019
4.Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
hierna: HvJ) van 25 juli 2018 inzake LM, C-216/18 PPU (
hierna: het arrest).
- dat sprake is van structurele of fundamentele gebreken wat betreft de rechterlijke macht van Polen, die de onafhankelijkheid van de rechterlijke instanties van Polen in gevaar brengen;
- dat daardoor een reëel gevaar dreigt dat het grondrecht op een eerlijk proces in de kern wordt aangetast;
- dat om die reden concreet en nauwkeurig moet worden beoordeeld of er in de omstandigheden van het specifieke geval zwaarwegende en op feiten berustende gronden zijn om aan te nemen dat de opgeëiste persoon na zijn overlevering het gevaar zal lopen om geen eerlijk proces te krijgen;
- dat de uitvaardigende justitiële autoriteit daarom wordt uitgenodigd tot een dialoog zoals in het arrest beschreven in paragraaf 76 tot en met 78, teneinde een actueel en concreet beeld te krijgen van de stand van zaken inzake de bescherming van de waarborg van rechterlijke onafhankelijkheid op het niveau van de rechterlijke instanties in Polen die bevoegd zijn voor de procedures waaraan de opgeëiste persoon zal worden onderworpen.
the District Court in Ostróda, the 2nd Penal Divisionis opgelegd.
the Judge of the District Court in Ostróda. Bij voornoemde tussenuitspraak van 16 april 2019 heeft de rechtbank aanleiding gezien het onderzoek ter zitting te heropenen en
the District Court in Ostróda, the 2nd Penal Divisionte verzoeken de vragen C1 en C3, te weten:
The President of the District Court in Ostródaheeft bij brief van 1 oktober 2019 antwoorden verstrekt.
- zoals vermeld is de zaak van de opgeëiste persoon berecht door
- in het gerecht zijn sinds de inwerkingtreding van de gewijzigde wet inzake de organisatie van de gewone rechtbanken geen personeelswijzigingen doorgevoerd voor de voorzittersfunctie en de vicevoorzittersfunctie. Verder zijn er geen rechters met pensioen gegaan;
- er zijn geen disciplinaire procedures aanhangig (geweest) jegens de voorzitters, vicevoorzitters of rechters;
- er zijn geen andere maatregelen – zoals het verstrekken van “
the District Court in Ostródaom de tweede en de derde vraag van het toetsingskader te kunnen beantwoorden.
kunnenhebben gehad op het niveau van de rechterlijke instanties van Polen die bevoegd zijn voor de procedures waaraan de opgeëiste persoon onderworpen is geweest, eveneens bevestigend.
reform” of the Polish justice system, 5 maart 2019;
the District Court in Ostróda.
the District Court in Ostródanegatief
isbeïnvloed door de eerder genoemde gebreken die in het kader van de eerste en de tweede vraag zijn vastgesteld.
5.Slotsom
6.Toepasselijke wetsartikelen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
2nd Penal Division of the Regional Court in Elbląg(Polen).