Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the 2nd Penal Division of the Regional Court in Elbląg(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the District Court in Ostróda, the 2nd Penal Divisionen gedateerd 13 februari 2018, referentienummer: II K 658/17. Dit vonnis in onherroepelijk geworden op 5 april 2018.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
the District Court in Ostróda, the 2nd Penal Divisionvan 13 februari 2018.
the District Court in Ostróda, the 2nd Penal Divisionvan 13 februari 2018 heeft geleid en dat er geen sprake is geweest van een berechting in meerdere instanties. De rechtbank baseert zich hierbij in het bijzonder op de mededeling van de uitvaardigende justitiële autoriteit, inhoudende:
5.Strafbaarheid: feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
mishandeling, begaan tegen zijn levensgezel;eenvoudige belediging;ten aanzien van feit 2:
zware mishandeling;
mishandeling, begaan tegen zijn moeder;eenvoudige belediging.
6.Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
the District Court in Ostróda, the 2nd Penal Divisionis opgelegd. De rechtbank heeft in eerdere uitspraken overwogen dat niet is gebleken van een verband tussen vonnissen die reeds zijn uitgesproken en het recent vastgestelde reële gevaar van een flagrante schending van de aan een opgeëiste persoon toekomende rechten, zoals gewaarborgd in artikel 47 van het Handvest. De rechtbank ziet echter aanleiding om daar in het onderhavige geval anders over te oordelen. De rechtbank acht hierbij van belang dat de ingrijpende wijzigingen ten aanzien van de rechterlijke organisatie in Polen zich hebben voorgedaan in het najaar van 2017 en dat het vonnis van
the District Court in Ostróda, the 2nd Penal Divisiondateert van 13 februari 2018.
verstrekken van ‘
written remarks’door de Minister van Justitie? Zo ja, wat was
hiervoor de aanleiding?
Zo ja, op welke grond en met welke uitkomst?