8.3.Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van 2,5 jaar schuldig gemaakt aan het deelnemen aan een criminele organisatie die tot doel had het handelen in heroïne. Aangenomen mag worden dat de organisatie erop uit is geweest geldelijk gewin te behalen, zonder daarbij oog te hebben voor de schade die het gebruik van harddrugs aan de volksgezondheid toebrengt. Harddrugs leveren immers, eenmaal in handen van gebruikers, grote gevaren op voor de gezondheid van die gebruikers. Omdat het gebruik van harddrugs kostbaar is en de verslaving leidt tot toenemend gebruik, nemen verslaafden vaak hun toevlucht tot criminele activiteiten om hun gebruik te bekostigen, waardoor aan de samenleving veel schade wordt toegebracht. Verder leidt de handel in verdovende middelen ook tot georganiseerde misdaad en (zeer) ernstige misdrijven.
Verdachte heeft binnen de organisatie een leidende en coördinerende rol gehad. Hij kocht de heroïne in, verpakte het en verstrekte het samen met de dealtelefoon aan de dienstdoende koerier. Na afloop haalde hij het verdiende geld bij die koerier op. Hij regelde ook vervanging als een koerier ziek was. Verdachte heeft gebruik gemaakt van zeer kwetsbare personen. Immers waren alle bezorgers al jarenlang verslaafd aan heroïne en deden zij dit werk om in hun verslaving te kunnen blijven voorzien. Dat verdachte zich van deze kwetsbaarheid bewust was blijkt wel uit het feit dat de pakjes heroïne met plakband werden dichtgemaakt, zodat de koeriers er niets konden uitnemen. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan.
Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen van een geldbedrag van € 16.170,-.
Witwassen vormt een ernstige bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Geld dat wordt verdiend door het plegen van strafbare feiten maakt onderdeel uit van het zwartgeldcircuit en kan een ontwrichtende werking hebben op de samenleving. Omdat er een nauwe verbondenheid bestaat tussen het gronddelict, de handel in heroïne, en het witwassen zal het witwassen, in navolging van HR 13 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2842, echter niet van invloed zijn op de hoogte van de op te leggen vrijheidsstraf. Verdachte heeft zich verder schuldig gemaakt aan het bezit van pepperspray. Het ongecontroleerde bezit hiervan kan in zijn algemeenheid een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich brengen en een gevoel van onveiligheid in de maatschappij veroorzaken.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat een gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend en geboden is. Anders dan de raadsvrouw ziet de rechtbank geen aanleiding een voorwaardelijk strafdeel op te leggen. Verdachte heeft gedurende 2,5 jaar in heroïne gehandeld, waardoor sprake is geweest van berekenende overweging. Het reclasseringsrapport van 12 oktober 2018 geeft ook geen aanleiding voor het opleggen van een voorwaardelijk strafdeel. De reclassering ziet immers geen mogelijkheden om inhoud te geven aan een begeleidingscontact of het invullen van bijzondere voorwaarden.
De rechtbank is van oordeel dat samenloop niet aan de orde is. Immers dienen het deelnemen aan een criminele organisatie en de handel in verdovende middelen verschillende rechtsbelangen, zodat zij naast elkaar in de vorm van meerdaadse samenloop ten laste kunnen worden gelegd.
De rechtbank heeft verder acht geslagen op het feit dat verdachte niet eerder is veroordeeld.
Met betrekking tot de proceshouding van verdachte overweegt de rechtbank als volgt. Verdachte heeft uiteengezet dat en waarom hij ter zitting openheid heeft willen geven over de handel in heroïne in de tenlastegelegde periode. Volgens verdachte valt het vastzitten hem zwaar, heeft hij gesprekken met een psycholoog in detentie en heeft de training ‘kies voor verandering’ die hij in detentie heeft gevolgd, zijn ogen geopend en hem doen besluiten de feiten te bekennen. Het valt hem zwaar te zien welk verdriet hij zijn vrouw en kinderen heeft aangedaan en dat hij zijn zoon [medeverdachte 2] hierin heeft betrokken. Voor hem voelt het als een opluchting, hij wil berouw tonen en er op die manier een punt achter zetten, aldus verdachte.
De rechtbank acht echter ook voorstelbaar dat verdachte ervoor heeft gekozen om niet langer te zwijgen maar te bekennen omdat hij geconfronteerd werd met (toenemende) aanwijzingen voor zijn betrokkenheid bij de tenlastegelegde feiten. Zo is bijvoorbeeld in de laatste aanvulling nog belastende informatie aan het dossier toegevoegd voortkomend uit onderzoek naar zijn iPhone 7 die op zijn nachtkastje lag op zijn slaapkamer. In zijn bekennende verklaring heeft hij zich gepresenteerd als iemand die in de tenlastegelegde periode een verkeerde keus heeft gemaakt door een reeds lopende heroïnehandel over te nemen van iemand die ging vertrekken naar het buitenland en waarvan hij de naam niet wil noemen. Zijn eigen rol in de organisatie heeft hij daarbij (vergeefs) geprobeerd te verkleinen tot één die gelijkwaardig zou zijn aan die van de andere verdachten.
Hoewel zeker niet valt uit te sluiten dat verdachte oprecht is in zijn berouw, sluit de rechtbank de ogen niet voor dit andere scenario of een combinatie van beide. Dit brengt de rechtbank ertoe om de proceshouding van verdachte niet in zijn voordeel, zoals door de raadsvrouw is verzocht, maar ook niet in zijn nadeel mee te wegen. Daarbij geldt overigens dat in het licht van de ernst en omvang van de bewezenverklaarde feiten het wél in het voordeel van verdachte meewegen van diens proceshouding geen grote invloed zou hebben gehad.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de vrijheidsstraf ook gelet op de oriëntatiepunten van het LOVS. Deze gaan bij het verkopen van gebruikershoeveelheden harddrugs vanuit een pand of op straat gedurende 6 tot 12 maanden met enige regelmaat uit van een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden. Dit oriëntatiepunt gaat uit van een alleen opererende dader. In dit geval is strafverzwarend dat het hier gaat om de handel in heroïne in georganiseerd verband, in welke organisatie verdachte een coördinerende rol had. In dit geval is bovendien een langere periode van de handel in heroïne bewezen verklaard.
De rechtbank zal, alles afwegende, een gevangenisstraf van drie jaren opleggen. Dat deze straf lager uitvalt dan de eis van de officieren van justitie komt omdat de rechtbank rekening heeft gehouden met genoemd LOVS oriëntatiepunt en de straffen die doorgaans voor soortgelijke feiten worden opgelegd en welke lager zijn dan de eis die de officieren van justitie hebben gevorderd.
Onder verdachte zijn de goederen 1 t/m 19 – zoals op de beslaglijst weergegeven – in beslag genomen. De voorwerpen behoren aan verdachte toe.
Nu met behulp van de voorwerpen 1, 2, 3, 4, 9, 10, 11, 12 en 13 het bewezen geachte is begaan, worden deze voorwerpen verbeurdverklaard.
Het is aannemelijk geworden dat het onder verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven geld afkomstig is uit, althans verband houdt met, de handel in verdovende middelen. Het kan daarmee worden beschouwd als een voorwerp met betrekking tot welke het bewezen verklaarde is begaan, dan wel tot het begaan van dergelijke misdrijven zijn bestemd. De geldbedragen zullen daarom worden verbeurd verklaard.
Teruggave aan de rechthebbende
De onder 5, 6, 7, 8, 14, 15, 16, 17, 18 en 19 in beslag genomen goederen kunnen aan verdachte worden geretourneerd.