4.1.3.Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht bewezen dat [verdachte] zich als medepleger schuldig heeft gemaakt aan de oplichting van alle investeerders in Hollandsche Wind voor een totaalbedrag van € 2.753.500,. De rechtbank komt tot die conclusie op grond van de volgende feiten en omstandigheden, die zijn ontleend aan wettige bewijsmiddelen.
4.1.3.1. Het begin van Hollandsche Wind
Op 26 november 2012 is [verdachte] Holding B.V. opgericht. Vanaf de oprichting is [verdachte] enig aandeelhouder en enig bestuurder van deze besloten vennootschap (hierna: bv). Bij de Kamer van Koophandel (hierna: KvK) is ook als handelsnaam geregistreerd Nieuwe Hollandsche Wind.Deze handelsnaam is op 26 juli 2016 toegevoegd.
[verdachte] verklaart hierover dat hij door [medeverdachte 1] is benaderd of die zijn slapende bv kon gebruiken voor een nieuw project. [medeverdachte 1] vertelde hem dat hij met iemand iets ging doen met obligaties. Het bleek te gaan om [medeverdachte 2] . [verdachte] is op verzoek van [medeverdachte 2] naar de KvK gegaan om Nieuwe Hollandsche Wind als handelsnaam toe te voegen.
[verdachte] heeft op 2 augustus 2016 namens zijn bv bij de ING een bankrekening geopend op naam van Nieuwe Hollandsche Wind ( [nummer] ).[verdachte] verklaart dat hij deze rekening op verzoek van [medeverdachte 2] heeft geopend.
De website van Hollandsche Wind (www.hollandschewind.nl) is vanaf 5 augustus 2016 actief.[medeverdachte 2] verklaart dat zijn werkzaamheden voor Hollandsche Wind onder meer bestonden uit het opzetten van de website en het ervoor zorgen dat de website hoger in Google stond. Ook verrichtte hij werkzaamheden voor het design, logo, briefpapier en memorandum.[medeverdachte 2] verklaart dat hij de eerste maanden de leiding had bij Hollandsche Wind, dat hij in die periode de marketing deed en mensen coachte, trainde en motiveerde.
[medeverdachte 1] heeft verklaard hoe zijn betrokkenheid bij Hollandsche Wind tot stand is gekomen. Noordenwind was één van zijn klanten. [medeverdachte 3] stelde hem de vraag of hij nog iemand wist met een lege bv. [medeverdachte 1] dacht toen aan [verdachte] en die wilde wel zijn bv ter beschikking stellen. [medeverdachte 1] heeft vervolgens het contact gelegd tussen [verdachte] Holding en het callcenter in Oosterbeek, dat door [medeverdachte 2] werd geleid.[medeverdachte 1] was vervolgens betrokken bij Hollandsche Wind, omdat hij de verloning deed.
[medeverdachte 5] werkte eerst voor Noordenwind en is daarna bij Hollandsche Wind terecht gekomen. Hij hield zich bezig met personeelszaken. Als het personeel ergens tegenaan liep, hielp hij ze verder of gaf ze tips. Hij was het aanspreekpunt voor het personeel.[medeverdachte 5] verkocht ook het product.
4.1.3.2. De aanbiedingen van Hollandsche Wind
Hollandsche Wind verkocht twee soorten obligaties: obligaties Hollandsche Wind en obligaties Hollandsche Wind Winst op Windbond. Potentiële investeerders zijn op verschillende manieren geïnformeerd over de inhoud van de verschillende obligatiefondsen.
Door Hollandsche Wind zijn brochures gemaakt met informatie over de verschillende obligatiefondsen. In het originele dossier zijn twee enigszins verschillende ‘glossy’-varianten opgenomen en daarnaast een kleurenkopie van een derde variant; elk onder documentnummer DOC-262. In de gekopieerde versie, die betrekking heeft op de ‘Winst op Windbond’-obligatie, staat onder meer het volgende beschreven over het aangeboden product.
Vanaf € 25.000,- doet u mee en investeert u in een bestaand windmolenpark in Groningen. U draagt bij aan een duurzame toekomst en profiteert van een mooie rente. 6,2% vaste couponrente per jaar. Winstafhankelijke uitkering maximaal 3,5% per jaar. Fiscaal groenfonds: belastingvoordeel tot 1,9%.
In één van de glossy’s staat onder meer het volgende over het aangeboden product:
Al vanaf 5000 euro doet u mee en investeert u in een bestaand windmolenpark in Groningen. U draagt bij aan een duurzame toekomst en profiteert van een mooie rente. Vast rendement 5,2% per jaar.
In de tweede glossy, van het originele dossier, staat onder meer het volgende over het aangeboden product:
Duurzaamheid met profijt: rendement van 7,1 tot 9,6% P/J.Vanaf € 25.000,- doet u mee en investeert u in een bestaand windmolenpark in Groningen. U draagt bij aan een duurzame toekomst en profiteert van een mooie rente. 7,1% vaste couponrente per jaar. Afhankelijke winstuitkering maximaal 2,5% per jaar.
In een informatieblad over de Hollandsche Wind-rentevast obligatie staat onder meer het volgende vermeld:
Rentevergoeding 5,2% vast rente per jaar (Hollandsche Wind keert 1,9% extra rente uit, tot dat Hollandsche Wind onder het Groenfonds valt. De rente zal tot die tijd 7,1% per jaar bedragen). Winstafhankelijke uitkering 2,5% maximaal per jaar.
Ook op de website van Hollandsche Wind staat informatie over de aangeboden obligaties. Op een print van 17 november 2016 is onder meer het volgende te lezen.
Wij zijn sinds de oprichting van Hollandsche Wind met een aantal projecten bezig geweest. Zelfs ten tijde van het economisch zware weer wist Hollandsche Wind soortgelijke projecten tot een succes te maken. Momenteel is Hollandsche Wind, door dit soort projecten, voorloper op de offshore windmarkt op de Noordzee.Kernpunten Hollandsche Wind Obligatie: Veilig, groen en duurzaam beleggen met een vast rendement van 7,1%. Winstafhankelijke uitkering van 2,5%.
Tijdens het onderzoek is ook een document aangetroffen met als titel ‘Informatie Nieuwe Hollandsche Wind’ (DOC-256). [naam 1] schrijft in een e-mailbericht aan de belastingdienst dat dit document werd toegezonden aan mensen die informatie wilden over de obligaties van Hollandsche Wind.In dit document staat onder meer het volgende.
Nieuwe Hollandsche Wind bestaat sinds 2007 en investeert op dit moment in bestaande Nederlandse windmolenpark(en). De mensen achter Hollandsche Wind zijn medeverantwoordelijk geweest voor het bouwen van één van de grootste windmolenparken van Groningen en hebben deze toentertijd verkocht aan Essent. Hierdoor is er een fondsvermogen beschikbaar van 39 miljoen euro.
[naam 1] schrijft dat een aantal passages uit dit document ook is gebruikt voor het belscript, waaronder de mededeling dat de mensen achter Hollandsche Wind medeverantwoordelijk zijn voor het bouwen van één van de grootste windmolenparken van Groningen.
4.1.3.3. Investeerders in Hollandsche Wind
Hollandsche Wind liet de investeerders geld op verschillende bankrekeningen overmaken: op een ING-rekening op naam van Nieuwe Hollandsche Wind ( [nummer] ), een KNAB-rekening ( [nummer] ) op naam van Hollandse Wind en op een BUNQ-rekening ( [nummer] ) op naam van Hollandsche Wind. Ook is er geld van investeerders binnengekomen op een rekening van Kenko Infra B.V. ( [nummer] ).
Op de ING-rekening komt tussen 8 augustus 2016 en 13 oktober 2016 in totaal € 1.825.000,- binnen van investeerders.Op de KNAB-rekening komt tussen 13 oktober 2016 en 2 november 2016 in totaal € 733.500,- binnen van investeerders.Investeerders storten tussen 9 november 2016 en 23 november 2016 in totaal een bedrag van € 175.000,- op de BUNQ-rekening.Op de rekening van Kenko wordt op 29 november 2016 (€ 5.000,-),6 december 2016 (€ 10.000,-), 16 december 2016 (€ 5.000,-)en 28 december 2016 (€ 25.000,-)in totaal € 45.000,- bijgeschreven, steeds onder vermelding van obligatienummers of ‘obligatie’. In de woning van [medeverdachte 2] is een bankpas van de Rabobank aangetroffen van de bankrekening van Kenko.[medeverdachte 2] verklaart hierover dat hij van [medeverdachte 1] de rekening moest beheren om salarissen en facturen te betalen.
Daarmee heeft Hollandsche Wind in totaal € 2.778.500,- ontvangen van investeerders. De rechtbank constateert overigens dat de bijschrijving op 28 december 2016 van € 25.000,- op de rekening van Kenko niet is meegenomen in het totaaloverzicht van investeringen in Hollandsche Wind in het dossier, hetgeen verklaart waarom in de tenlastelegging is uitgegaan van een bedrag van € 2.753.500,-. .
De rechtbank zal nu in gaan op enkele concrete verhalen van investeerders in de producten van Hollandsche Wind.
Als eerste staat de rechtbank stil bij [naam 2] . Op 24 augustus 2016 wordt zijn inleg van € 10.000,- ontvangen op de ING-rekening.[naam 2] verklaart dat hij telefonisch in contact is gekomen met Hollandsche Wind en dat hij daarna foldermateriaal heeft ontvangen.Doorslaggevend voor hem om daadwerkelijk te investeren waren de windmolens waarin ze zouden investeren. Dat heeft de toekomst dus dat leek hem wel een betrouwbare belegging.
[naam 3] heeft op 30 augustus 2016 € 10.000,- geïnvesteerd in Hollandsche Wind. Het geld is ontvangen op de ING-rekening van Hollandsche Wind. [naam 3] is door Hollandsche Wind gebeld. Zij had bij Eneco willen beleggen, die hadden ook Hollandsche wind mogelijkheden. [naam 3] vindt duurzaam beleggen belangrijk. Zij verklaart met name misleid te zijn door de naam Hollandsche Wind.Haar is verteld dat ze rond de 5% rendement zou krijgen en dat er geïnvesteerd zou worden in windmolens.
[naam 4] heeft in totaal € 150.000,- geïnvesteerd in Hollandsche Wind. Dit bedrag is in twee keer overgemaakt naar de ING-rekening: € 100.000,- op 4 september 2016en € 50.000,- op 21 september 2016.
[naam 5] heeft zijn investering in Hollandsche Wind overgemaakt naar de KNAB-rekening van Hollandsche Wind. Op deze rekening is op 2 november 2016 een bedrag van € 3.500,- ontvangen.[naam 5] verklaart via [naam 6] in contact gekomen te zijn met het product Hollandsche Wind.Dat het ging om windenergie en het rendement waren de doorslaggevende argumenten om te investeren.
Ook [naam 7] heeft in Hollandsche Wind geïnvesteerd. Zijn investering van € 25.000,- wordt op 23 november 2016 ontvangen op de BUNQ-rekening van Hollandsche Wind.[naam 7] had ook geïnvesteerd in Noordenwind en werd in oktober 2016 benaderd door – zo begrijpt de rechtbank – [naam 8] die hem vertelde dat er bij Noordenwind niets meer gedaan kon worden, maar dat er wel bij Hollandsche Wind geïnvesteerd kon worden.[naam 7] ontving op 28 oktober 2016 een e-mailbericht van info@hollandschewind.nl. In dit bericht stond onder meer het volgende over de ‘Hollandsche Wind Winst op Windbond’obligatie.
Het aanvangsrendement is 6,2% per jaar rentevast + winstafhankelijke bonus van 3,5% per jaar (Hollandsche Wind keert 1,9% extra rente uit, tot dat Hollandsche Wind onder het Groenfonds valt. De rente zal tot die tijd 8,1% per jaar bedragen).
Van doorslaggevende betekenis om daadwerkelijk te investeren was dat er geïnvesteerd werd in windmolenparken, waar [naam 7] vertrouwen in had, en dat het rentepercentage aannemelijk was.
4.1.3.4. Bestedingen
Er is onderzoek gedaan waaraan het geïnvesteerde geld is uitgegeven. Het meeste geld is binnengekomen op de bankrekening bij ING (€ 1.825.000,-). Ten tijde van de beslaglegging resteerde nog een bedrag van ongeveer € 100.000, wat betekent dat ongeveer € 1.700.000 is uitgegeven en/of overgemaakt naar andere rekeningen.
Op de bankrekening bij KNAB zijn investeringen van in totaal € 733.500 ontvangen. Ten tijde van de beslaglegging op 5 december 2016 resteerde nog een bedrag van € 468.948,34.Het resterende saldo van ruim € 250.000 is dus uitgegeven en/of overgemaakt naar andere rekeningen.
Op de bankrekening bij BUNQ zijn voor € 175.000,- investeringen ontvangen. Ten tijde van het beslag resteerde nog een bedrag van bijna € 35.000. In totaal is ruim € 140.000 van het geïnvesteerde bedrag uitgegeven en/of overgemaakt.
Op de bankrekening van Kenko Infra B.V. is in totaal een bedrag van € 45.000,- van investeerders ontvangen. Op 14 november 2016 is het saldo op deze rekening € 0,19 en op 14 december 2016 is het saldo op de rekening € 0,47. In de tussentijd wordt ruim € 25.000 ontvangen én uitgegeven, waarvan € 15.000,- afkomstig was van investeerders in Hollandsche Wind.Op 16 december 2016 wordt nog € 5.000,- ontvangen van een investeerder en diezelfde dag wordt voor € 3.550,- overgeboekt. In de periode van 16 december 2016 tot en met 30 december 2016 wordt in totaal een bedrag van € 30.283,21 bijgeschreven, waarvan € 30.000,- van investeerders. Tegenover deze bijschrijvingen staan uitgaven voor een totaalbedrag van € 27.846,38.
Uit het voorgaande blijkt dat tegenover een totaalbedrag van ruim € 2.750.000 aan betalingen door investeerders in Hollandsche Wind, uitgaven staan van in totaal ruim € 2.100.000. Uit het onderzoek naar de uitgaven van Hollandsche Wind is
nietgebleken dat er op enig moment ook maar iets van het uitgegeven bedrag is besteed aan investeringen in windparken of andere duurzame projecten.
Daartegenover staat dat er wel geld is uitgegeven ten behoeve van de verschillende verdachten. Verderop zal bij de witwasverdenking verder ingegaan worden op de verschillende transacties, voor zover dat voor dit vonnis nodig is. Op deze plek wordt volstaan met een kort overzicht van de verschillende geldstromen richting [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] en [verdachte] .
[medeverdachte 1] heeft in totaal ruim € 376.000 ontvangen van geld dat door investeerders was overgemaakt naar Hollandsche Wind.[medeverdachte 5] heeft naast zijn salaris/commissies voor zijn werkzaamheden voor Hollandsche Wind ook een bedrag van in totaal € 177.500,- ontvangen.Hiervan heeft hij in totaal € 105.000,- overgeboekt naar [medeverdachte 2] en [naam 13] ,een rechtspersoon van [medeverdachte 1] .Het resterende bedrag van € 72.500,- heeft [medeverdachte 5] gehouden. Ook [verdachte] heeft geld ontvangen vanuit Hollandsche Wind, in totaal een bedrag van ruim € 32.000 (netto).
De uitgaven aan verschillende verdachten worden gedaan vanaf het moment dat het geld van investeerders op de rekening van Hollandsche Wind is ontvangen. Dit blijkt onder meer uit het volgende.
[medeverdachte 1] stuurt op 14 augustus 2016 aan [medeverdachte 2] een bericht dat hij een overzicht heeft gemaakt van de eerste week.Op 15 augustus 2016 stuurt [medeverdachte 1] vervolgens een foto van een Excelblad naar [medeverdachte 2] .Dit Excelblad bevat de volgende informatie:
Week 1
Totaal geboekt:
Toeset
€ 5.000,00
[naam 9]
€ 5.000,00
[naam 10]
€ 5.000,00
[naam 11]
€ 110.000,00
[naam 12]
€ 5.000,00
Tot:
€ 130.000,00
Af
Deel:
Gedaan:
nog ontv:
[medeverdachte 2]
€ 40.605,86
€ 7.500,00
€ 33.105,86
[medeverdachte 5]
€ 40.605,86
€ 5.000,00
€ 35.605,86
[medeverdachte 1]
€ 40.605,86
€ 8.000,00
€ 32.605,86
Kst
IEX media
€ 6.048,79
inqar
€ 1.349,15
Drukwerkdeal
€ 784,49
Tot:
€ 8.182,43
Beschikbaar:
€ 121.817,57
De in het overzicht genoemde investeringen zijn terug te vinden op het overzicht van de ING‑rekening van Hollandsche Wind en betreffen alle investeringen in de periode van 8 augustus 2016 tot en met 14 augustus 2016. De genoemde kosten zijn daarin eveneens terug te vinden en ook deze zijn gemaakt in de periode tot en met 14 augustus. Verder zijn in de periode tot en met 14 augustus 2016 overboekingen te zien naar [medeverdachte 2] (in totaal € 17.500,-) en [medeverdachte 5] (in totaal € 12.500,-) en contante geldopnamen (in totaal € 9.500) in Hengelo, de woonplaats van [medeverdachte 1] . Voor het overige zijn er geen transacties zichtbaar op het overzicht van de ING-rekening in de periode tot en met 14 augustus 2016.De rechtbank gaat er gelet op deze transacties van uit dat de ‘ [medeverdachte 2] ’ staat voor Stephan ( [medeverdachte 2] ), de ‘ [medeverdachte 5] ’ voor [medeverdachte 5] ) en de ‘ [medeverdachte 1] ’ voor [medeverdachte 1] ).
4.1.3.5. Tussenconclusie: Alle investeerders in Hollandsche Wind zijn opgelicht
Hiervoor is de rechtbank uitgebreid ingegaan op de start van Hollandsche Wind, de producten van Hollandsche Wind, de investeerders in Hollandsche Wind en de uitgaven van Hollandsche Wind.
De rechtbank leidt uit de beschreven feiten en omstandigheden af dat alle investeerders in Hollandsche Wind zijn opgelicht. Daarvoor is het volgende van belang.
De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling ter zake van oplichting is vereist dat de verdachte bij een ander door een specifieke, voldoende ernstige vorm van bedrieglijk handelen een onjuiste voorstelling in het leven heeft willen roepen teneinde daarvan misbruik te maken.
Daartoe moet de verdachte een of meer van de in artikel 326, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde oplichtingsmiddelen hebben gebruikt, door welk gebruik die ander is bewogen tot de afgifte van een goed, het verlenen van een dienst, het beschikbaar stellen van gegevens, het aangaan van een schuld of het tenietdoen van een inschuld.
Het antwoord op de vraag of in een concreet geval het slachtoffer door een oplichtingsmiddel dat door de verdachte is gebruikt, is bewogen tot een van voornoemde handelingen, is in sterke mate afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In algemene zin kunnen tot die omstandigheden behoren enerzijds de mate waarin de in het algemeen in het maatschappelijk verkeer vereiste omzichtigheid het beoogde slachtoffer aanleiding had moeten geven die onjuiste voorstelling van zaken te onderkennen of zich daardoor niet te laten bedriegen, en anderzijds de persoonlijkheid van het slachtoffer, waarbij onder meer de leeftijd en de verstandelijke vermogens van het slachtoffer een rol kunnen spelen. Bij een samenweefsel van verdichtsels behoren tot die omstandigheden onder meer de vertrouwenwekkende aard, het aantal en de indringendheid van de (geheel of gedeeltelijk) leugenachtige mededelingen in hun onderlinge samenhang.
Uit de beschreven feiten en omstandigheden komt het volgende beeld naar voren. Vanaf augustus 2016 worden mensen benaderd om te investeren in Hollandsche Wind en beginnen de eerste investeringen binnen te komen. Het binnenkomende geld wordt vrijwel direct uitgegeven en niet in de laatste plaats ten behoeve van verdachten. Dit blijkt in het bijzonder uit het door [medeverdachte 1] gemaakte overzicht (DOC-225): Het plan is kennelijk om de binnenkomende investeringen, na aftrek van bedrijfskosten, te verdelen onder [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] .
Het verdelen van het geld komt vaker voor in WhatsApp-gesprekken tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Op 15 september worden de volgende berichten uitgewisseld.
[medeverdachte 2] 14:55:20:
Volgende week maar eens een rondje doen. Blijft voldoende over
[medeverdachte 1] 14:55:30:
Zat
[medeverdachte 2] 14:55:52:
En er komt nog behoorlijk veel binnen
[medeverdachte 1] 14:56:13:
3 keer 50?
[medeverdachte 2] 14:56:23:
Ja
[medeverdachte 1] 14:56:30:
OK
[medeverdachte 2] 14:56:41:
Wat wou je doen naar valeo of een andere rekening?
[medeverdachte 1] 14:57:03:
Beide, valeo er bij tot nader orde toch
Op 28 september 2016 spreken [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] over een volgend rondje.
[medeverdachte 2] 9:39:51:
Denk rondje geld vandaag of morgen welk rekeningnummer wil je hiervoor gebruiken?
(…)
[medeverdachte 1] 18:43:58:
300 doen?
[medeverdachte 2] 19:32:01:
Laten we maar doen hé 100k pp
Dat bij Hollandsche Wind sprake is geweest van een voornemen om te investeren in windenergie (of breder, duurzame energie) is in het geheel niet gebleken. Het is ook niet gebleken dat Hollandsche Wind überhaupt een plan had hoe het geld belegd kon worden in windenergie. Dat was echter wel wat aan (potentiële) investeerders is voorgehouden.
Dat geprobeerd werd om potentiële investeerders met onjuiste informatie over te halen om te investeren blijkt treffend uit de reactie van [medeverdachte 1] wanneer hem de informatie die op de website staat vermeld (rendement 7,1% vast, winstafhankelijke uitkering 2,5%, belastingvoordeel 1,9%) wordt voorgehouden:
“Het is allemaal gelul. Dat heb ik destijds ook al bij de ING-bank verklaard (opm. rechtbank: op 6 oktober 2016, DOC-009).
Ik zou niet weten hoe ze een rendement van 7,1% zouden kunnen halen. (…) Een winstafhankelijke uitkering van 2,5% kan helemaal niet. Hoe kun je nu winst maken op projecten die niet bestaan.”
Ook [medeverdachte 2] heeft verklaard dat de website, de brochures en het inschrijfformulier niet klopten.
Het handelen van de mensen achter Hollandsche Wind kenmerkt zich doordat aan (potentiële) investeerders werd voorgehouden dat hun investeringen belegd zouden worden in winstenergie en dat de investeerders daarmee rendementen zouden behalen. Zodra het geld echter beschikbaar kwam voor Hollandsche Wind, werd het anders besteed, met name voor privé doeleinden. Daarmee heeft Hollandsche Wind feitelijk anders gehandeld dan de investeerders op grond van wat hen is voorgehouden mochten verwachten.
Het noodzakelijke gevolg van dit handelen was dat de verdachten of anderen ten koste van de investeerders bevoordeeld zouden worden. Daarmee was het oogmerk ook gericht op de wederrechtelijkheid van de bevoordeling. Hollandsche Wind heeft immers geld opgehaald bij investeerders onder de noemer dat het geïnvesteerd zou worden in windenergie en dat investeerders daarmee rendement zouden behalen. Door vervolgens zonder investeringsplan het geld aan andere doelen uit te geven en toe te delen aan de verdachten en/of anderen kan het niet anders zijn dan dat op enig moment het door investeerders ingelegde geld en/of de toegezegde rendementen niet meer betaald konden worden. De verdachten moeten zich dat gerealiseerd hebben.
Op 3 oktober 2016 geven [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in een WhatsApp-gesprek ook enig inzicht in hun bedoelingen met Hollandsche Wind. Zij voeren dan het volgende gesprek.
[medeverdachte 2] 21:34:00:
Komt deze week nog een 250k binnen ongeveer
(…)
[medeverdachte 1] 21:35:36:
Ok 250 is niet slecht
[medeverdachte 2] 21:37:34:
Kan wel wat meer
[medeverdachte 1] 21:38:22:
Week is net begonnen (…)
(…)
[medeverdachte 2] 21:59:27:
Mensen uitbuiten lekkerste wat er is
[medeverdachte 1] 21:59:43:
Gaan we doen.
Voor beantwoording van de vraag of sprake is van een oplichtingsmiddel geldt als uitgangspunt dat in overeenkomsten, prospectussen of informatiebrochures gegeven garanties of toegezegde prestaties niet snel zijn aan te merken als oplichtingsmiddel, omdat het gaat over toekomstige onzekere gebeurtenissen. Toch kan ook dan sprake zijn van een oplichtingsmiddel als van meet af aan, of vanaf een bepaald moment, door het geven van een vertekend beeld van de werkelijkheid, alleen (nog) maar sprake is van onwaarheden en listige kunstgrepen. De rechtbank wijst op dit punt ook op het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 26 april 2017 (ECLI:NL:GHAMS:2017:1523, in het bijzonder paragraaf 5.2.1). Naar het oordeel van de rechtbank doet deze situatie zich in dit geval voor. Er is van meet af aan een volledig vertekend beeld van de werkelijkheid gegeven want het is bij Hollandsche Wind immers nooit de intentie geweest om ten behoeve van de investeerders te beleggen in windenergie. Alle in de tenlastelegging opgenomen mededelingen van Hollandse Wind zijn daarmee als oplichtingsmiddel te kwalificeren. Op basis van de in 4.1.3.3 weergegeven verklaringen van investeerders kan worden vastgesteld dat deze investeerders ook steeds onder invloed van de door één of meer van die mededelingen in het leven geroepen onjuiste voorstelling van zaken zijn bewogen om te investeren.
Uit de hiervoor besproken verklaring van [naam 3] blijkt al dat zelfs de naam Hollandsche Wind misleidend was. De naam Hollandsche Wind lijkt namelijk erg op de naam van een obligatieproduct van Eneco: HollandseWind Certificaten® waarin investeerders tot 1 juli 2015 konden investeren in windenergie.
De kern van de aangeboden producten van Hollandsche Wind was dat het te investeren geld door Hollandsche Wind geïnvesteerd zou worden in windenergie én dat rendement zou worden uitgekeerd aan de investeerders. Van deze kernelementen kan gezegd worden dat alle investeerders – ook degenen die niet zijn genoemd in de tenlastelegging – hiervan kennis hebben genomen én dat het niet anders kan zijn dan dat zij zich (mede) hierdoor hebben laten leiden bij de beslissing om te investeren in Hollandsche Wind. Dat maakt dat bij alle investeerders in Hollandsche Wind door een samenweefsel van verdichtsels en/of listige kunstgrepen een onjuiste voorstelling van zaken in het leven is geroepen, waardoor zij zijn bewogen tot de afgifte van geldbedragen. Daarmee is iedere investeerder in Hollandsche Wind slachtoffer van de bij Hollandsche Wind gepleegde oplichting.
4.1.3.6. De betrokkenheid van de verdachten bij oplichting
De vaststelling dat alle investeerders in Hollandsche Wind zijn opgelicht is de eerste stap in de beantwoording van de vraag of [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] en/of [verdachte] zich schuldig hebben gemaakt aan oplichting. Vervolgens is van belang wat de rol van iedere verdachte bij deze oplichting is geweest en wat iedere verdachte ten tijde van de investeringen in Hollandsche Wind door investeerders wist. In het bijzonder moet de rechtbank de vraag beantwoorden of elk van de verdachten aangemerkt kan worden als medepleger van de oplichting.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid bij een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard, indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Ook indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn.
Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank op dit punt het volgende af.
[medeverdachte 2] en [medeverdachte 1]
Hiervoor is al aan de orde geweest dat [medeverdachte 2] vanaf het begin van Hollandsche Wind betrokken is geweest. Hij verrichte met name werkzaamheden op het gebied van marketing. Ook [medeverdachte 1] is vanaf het begin betrokken geweest bij Hollandsche Wind. In eerste instantie heeft hij het contact gelegd met [verdachte] voor de bv. Daarna is hij betrokken gebleven bij de verloning van het personeel en hield hij zich ook bezig met het verrichten van betalingen. Hierover hadden [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] het nodige contact met elkaar, wat bijvoorbeeld blijkt uit het al vermelde overzicht van de eerste week en de overige ‘rondjes’.
De samenwerking tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] komt ook naar voren in verschillende WhatsApp-gesprekken. Zo voeren zij op 6 oktober 2016 het volgende gesprek.
[medeverdachte 1] 14:18:15:
Ok, contact met knab gehad en rekening is actief
[medeverdachte 2] 14:23:22:
Ok helemaal goed
15:19:58:
Alles is gewijzigd
[medeverdachte 1] 15:20:09:
Ok
[medeverdachte 2] 15:20:17:
Alleen briefpapier moeten we opnieuw bestellen maar dat komt wel
En op 19 oktober 2016 hebben zij het volgende gesprek.
[medeverdachte 2] 12:24:18:
[medeverdachte 1] het volgende we kunnen 90k overboeken nar die 2 bv die zijn overgenomen om de aandelen over te nemen. En 60k verdelen tussen ons 2en die kunnen we ook naar de 2 bv’s overmaken alles in groottes van 5 tot 10k
12:24:39:
Als ik de passen heb kan ik het eea regelen met boekingen
[medeverdachte 1] 12:32:06:
Strak plan. Zal ik jou vanavond nummer doen van contactpersoon?
[medeverdachte 2] 12:33:33:
Ja en dan wat kruis transacties is het beste
[medeverdachte 1] 12:34:07:
Zeker!
De belangrijke rol van [medeverdachte 1] bij Hollandse Wind kan ook worden afgeleid uit hetgeen is besproken tijdens een bespreking met ING op 6 oktober 2016. [medeverdachte 1] was daar samen met [verdachte] aanwezig om vragen te beantwoorden die bij ING waren ontstaan over de activiteiten van Hollandsche Wind. In dit gesprek presenteerde [verdachte] [medeverdachte 1] als degene die in staat was om detailvragen te beantwoorden.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] als medepleger betrokken zijn bij de oplichting vanuit Hollandsche Wind. Ze hebben verschillende rollen gehad, maar de rol van beiden was wezenlijk voor het voltooien van de oplichting. Ook is sprake van samenwerking, overleg en afstemming van de werkzaamheden.
[medeverdachte 5]
Hiervoor is al aan de orde geweest dat [medeverdachte 5] aan het begin betrokken is geweest bij Hollandsche Wind. Hij verkocht het product en hij was het aanspreekpunt voor het personeel. Ook ontving [medeverdachte 5] in de beginperiode van Hollandsche Wind grote geldbedragen, naast het salaris en de provisies die hij ontving.
Deze rol van [medeverdachte 5] komt naar voren in de verklaring van medewerker [naam 8] . Volgens hem waren [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] de eersten die hem over windmolens vertelden. De nieuwe contracten met Hollandsche Wind besprak [naam 8] altijd met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] : die moesten uiteindelijk akkoord gaan.
[medeverdachte 5] was niet alleen betrokken bij het binnen halen van investeerders, maar ook bij een schimmige geldstroom om het geld vanuit Hollandsche Wind weg te halen en bij de verdachten te krijgen. Naast zijn salaris ontvangt [medeverdachte 5] een bedrag van in totaal € 177.500,-. Hiervan kwam € 12.500,- rechtstreeks van de ING-rekening van Hollandsche Wind (op 14 augustus 2016 ‘Conf afspraak’ en 17 augustus 2016 ‘Conform afspraak’).De overige € 165.000,- was afkomstig van Valeo Media BV (hierna: Valeo), in elf overboekingen tussen 31 augustus 2016 en 27 september 2016.Valeo was een bv waarvan [medeverdachte 2] via Robur Media Holding B.V. bestuurder en meerderheidsaandeelhouder was.Valeo had voorafgaand aan die betalingen eerst grote bedragen ontvangen vanaf de ING-rekening van Hollandsche Wind.
Van de ontvangen € 177.500,- werd een deel doorgestort. Op 9 november 2016 maakte [medeverdachte 5] een bedrag van € 35.000,- over naar [medeverdachte 2] .Op 18 november 2016 werd een bedrag van € 70.000,- overgemaakt naar [naam 13] ,een rechtspersoon van [medeverdachte 1] . Over deze overboeking verklaart [medeverdachte 5] aanvankelijk dat hij het geld wilde terugstorten en van [medeverdachte 2] te horen had gekregen dat het naar [naam 13] overgemaakt moest worden. Nadat hem is voorgehouden dat [medeverdachte 1] daarover anders heeft verklaard, verklaart [medeverdachte 5] dat [medeverdachte 2] had gezegd dat het geld gebruikt kon worden als startkapitaal voor Volan, een bv die [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] zouden beginnen.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat ook [medeverdachte 5] als medepleger betrokken is geweest bij de oplichting vanuit Hollandsche Wind. Zijn aansturing van de verkopers betrof een wezenlijke rol voor het voltooien van de oplichting. Daarbij komt dat gelet op de grote eigen ontvangsten van [medeverdachte 5] , het naar het oordeel van de rechtbank niet anders kan dan dat hij al vanaf het begin van de activiteiten van Hollandsche Wind wist dat er grote bedragen werden onttrokken en dat de investeerders hierdoor werden benadeeld. Desondanks ging hij door met verkopen. De rechtbank acht het opzet op deze benadeling daarom bewezen.
De rechtbank houdt [medeverdachte 5] voor de hele periode van de tenlastelegging als medepleger verantwoordelijk, ook voor de periode waarin hij niet of minder actief betrokken was. Daarvoor is van belang dat hij in de beginfase van Hollandsche Wind heeft meegewerkt aan het opzetten van de structuur die de oplichting mogelijk heeft gemaakt. Tegenover deze actieve bedrage staat geen actief distantiëren. [medeverdachte 5] heeft de bestaande situatie laten voortduren waardoor, ook nadat hij wellicht wat naar de achtergrond verdween, nieuwe slachtoffers zijn gemaakt door het gebruik van de structuur die mede door hem was opgezet.
[verdachte]
Zoals hiervoor al aan de orde is geweest, is [verdachte] betrokken geraakt nadat [medeverdachte 1] vroeg of zijn bv gebruikt kon worden. [verdachte] heeft op verzoek een nieuwe handelsnaam laten toevoegen aan zijn bv en heeft een rekening geopend bij de ING. Zijn betrokkenheid is hiertoe echter niet beperkt gebleven.
[verdachte] heeft daarnaast arbeidscontracten, het contract voor zijn leaseauto en de aanvragen voor de bankrekeningen bij ING, KNAB en BUNQ ondertekend.Ook heeft hij op verzoek van een verkoopleider bij Hollandsche Wind bij een gesprek met een klant gezeten.Op 6 oktober 2016 is [verdachte] samen met [medeverdachte 1] naar de ING geweest om vragen te beantwoorden die bij ING waren ontstaan, waarbij hij zichzelf heeft gepresenteerd als de dagelijks leidinggevende bij Hollandsche Wind.
De betrokkenheid van [verdachte] bij Hollandsche Wind blijkt ook uit verschillende WhatsApp-berichten. Zo wisselen [medeverdachte 2] en [verdachte] de volgende berichten uit:
4 november 2016
[verdachte] 14:52:52:
Hoi Stephan. Ik kan nu ook niet meer op de Knab bank kijken! Dus geen enkele info meer
Wat kunnen we hier aan doen op korte termijn. Ik moet toch weten wat er financieel op mijn Holding gebeurd en jij ook. (…)
Kun je mij nog 7500 euro overmaken. [verdachte]
(…)
[medeverdachte 2] 22:41:09:
Heb jij wijzigingen bij de knab doorgevoerd?
[verdachte] 22:43:44:
Nee geen enkele. Heb jij weer inzicht dan? Heeft [naam 14] al iets bereikt bij ing of knab?
Anders Naar bunq bank?
[medeverdachte 2] 22:47:36:
Ja brieven zijn eruit ziet er positief uit, goed idee zal de wijzigingen doorvoeren omtrent de bunq
8 november 2016
[medeverdachte 2] 19:57:26:
Hou jij de bunq bij
[verdachte] 19:57:26:
Ja
9 november 2016
[verdachte] 12:27:44:
De 1e. 10.000 euro van mevr [naam 12] is net op de bunq bijgeschreven. [verdachte]
10 november 2016
[medeverdachte 2] 14:52:14:
Hey [verdachte] , zag dat je mij had verwijderd van de bunq (…)
[verdachte] 15:11:15:
Hoi [medeverdachte 2] Met instellingen bijwerken had ik je per ongeluk gedeletet. Maar volgens mij kun je nu weer onbeperkt met bunq werken!
Er is net 15.000 bij geschreven
Kun je mij voor de rest van nov 6000 sal betalen?
(…)
[verdachte] 15:17:24:
Ik heb jou voor het maximale bedrag gemachtigd. En dat is bij bunq 1 miljoen…
Er staat nu bijna 20000 op. [verdachte]
24 november 2016
[verdachte] 18:44:21:
Geachte heer [verdachte] ,
Bij een periodieke review van uw zakelijke rekening viel ons uw transactieverkeer op en voor ons is momenteel onduidelijk hoe dit samenhangt met de activiteiten zoals die onder meer in de Kamer van Koophandel zijn aangegeven. Wij zijn wettelijk verplicht de herkomst van gelden en activiteiten van onze klanten te achterhalen en documenteren.
Derhalve vragen wij u de benodigde informatie ondertekend aan te leveren en zullen wij tot dat moment uw rekening bevriezen.(…)
[medeverdachte 2] 18:45:13:
Meen je niet
18:45:24:
Lekker dan
18:59:39:
Salarissen boeken we vanuit een andere rekening over
[verdachte] 22:01:59:
Oké. Zsm doen lijkt me. Zal morgen eens bij bunq naar de vragen informeren
[medeverdachte 2] 22:05:48:
Top
26 november 2016
[medeverdachte 2] 14:44:22:
Zet alles zsm over is beter
[verdachte] 14.47:25:
Wil woensdag nog wel even onze afspraken mondeling bevestigen. Zoals “provisie”. Salaris. Etc. Wil ook fijn actief blijven. Pz etc.
[medeverdachte 2] 15:04:09:
Mag jou ook maar moeten een aantal zaken zoals knab en ing snel geregeld worden
[verdachte] 15:33:52:
Ik ga zelf wel bellen voor een afspraak met zowel Knab als ING
27 november 2016
[verdachte] 00:11:43:
Ik heb een brief gemaakt voor ING en Knab. Ook een nieuw zakenrekening nr aangevraagd bij Triodos (binnen 5 dagen bericht)
[medeverdachte 2] 00:15:00:
Klasse directeur
[verdachte] 00:15:56:
Jij hebt echt klasse vriend. Ik ben een gewone Tukker
[verdachte] 00:44:53:
Er komt geld binnen van morefin capital en zsm ING en Knab
Ik wil graag miljonair worden zoals gezegd
28 november 2016
[verdachte] 17:37:51:
Bunq:
Dat begrijpen wij.
Wij zouden echter nog aanvullende informatie willen ontvangen omtrent het investeringsbeleid van uw organisatie. Voor ons zijn geen duidelijke investeringsactiviteiten te herkennen.
17:38:25:
Heb jij iets over het investeringsbeleid voor bunq?!!
[medeverdachte 2] 17:54:59:
Nee
17:55:13:
Heb ik niet
[verdachte] 17:55:55:
Aan bunq:
Wij investeren in windmolens. Windenergie
Duurzaam houtbouw in de vorm van een valantiepark in Frankrijk
Het investeringsnivo is afhankelijk van het ingelegde kapitaal alsmede de overheidssubsidies
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat ook [verdachte] als medepleger betrokken is geweest bij de oplichting vanuit Hollandsche Wind. Niet alleen stelde hij als bestuurder van zijn bv [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] in de gelegenheid gebruik te maken van de bv en de door hem geopende bankrekeningen, hij had ook een actieve betrokkenheid bij het in stand houden van de structuur. Daarbij voerde [verdachte] niet alleen opdrachten uit, maar nam hij ook initiatief om rekeningen te openen, voerde hij inhoudelijke correspondentie en vertegenwoordigde hij Hollandsche Wind in gesprekken met derden. De bijdrage van [verdachte] aan de oplichting is naar het oordeel van de rechtbank op materieel en intellectueel gebied van voldoende gewicht om van medeplegen te kunnen spreken.
Uit het voorgaande volgt ook dat [verdachte] het opzet heeft gehad. Vanaf het begin krijgt [verdachte] vanuit banken signalen dat het niet in orde is bij Hollandsche Wind. Tijdens het gesprek met ING op 6 oktober 2016 wordt door de ING gevraagd of de mededeling op de website van Hollandsche Wind
“Hollandsche Wind is een bedrijf van Nederlandse origine en bestaat sinds 2007”juist is. Volgens het gespreksverslag wordt door [medeverdachte 1] en/of [verdachte] , maar in elk geval in aanwezigheid van [verdachte] , geantwoord dat deze mededeling niet juist is.Als de ING voorhoudt dat op de website staat vermeld
“Wij zijn sinds de oprichting van Hollandsche Wind met een aantal projecten bezig geweest. Zelfs ten tijden van het economische zware weer wist Hollandsche Wind soortgelijke projecten tot een succes te maken”, antwoorden [medeverdachte 1] en/of [verdachte] dat er feitelijk geen projecten zijn afgerond of tot een succes zijn gemaakten dat ze de tekst van de site wat mooier hebben voorgesteld dan de werkelijkheid is.
[verdachte] heeft zich ook inhoudelijk bemoeid met de bedrijfsvoering van Hollandsche Wind, of in ieder geval met de op te houden schijn naar de buitenwereld, zoals blijkt uit WhatsApp-berichten tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] :
6 oktober 2016
[verdachte] 17:43:22:
Bel me even. Ik heb nog een idee voor nhw [verdachte]
8 oktober 2016
[verdachte] 19:33:49:
Zojuist in het nieuws dat bedrijven met te mooie websites die zaken of feiten noemen die niet geheel waar zijn flinke boetes worden opgelegd en strafrechtelijk worden vervolgd!! Heeft Stephan de nhw website al aangepast??!!
[verdachte] 19:35:12:
Zolang er aantoonbare dekking is van het obligatiefonds nhw is er niet veel aan de hand [verdachte]
[medeverdachte 1] 19:35:25:
Nee nog niet. Dit weekend
[verdachte] 19:55:01:
Fijn! Dan hebben we op korte termijn geen gelazer. Dan alleen nog redelijk harde dekking kunnen aantonen en daar heb ik wel een idee en oplossing voor!
Het lijkt er op dat het voor [verdachte] belangrijker was dat hij zelf geld verdiende dan dat de belangen van de investeerders werden beschermd. Wat dat betreft is het hiervoor aangehaalde WhatsApp-verkeer van 4 november 2016 treffend. [verdachte] zegt dat hij informatie wil hebben over wat er financieel op zijn bv gebeurt, maar hij wil toch ook vooral zelf geld ontvangen.
4.1.3.7. Conclusie: oplichting bewezen
De rechtbank komt tot de conclusie dat [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] en [verdachte] zich als medeplegers schuldig hebben gemaakt aan de oplichting van alle investeerders in Hollandsche Wind.