Uitspraak
the Circuit Courtin Katowice (Polen) en het strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
the Regional Courtin
Katowice,de vragen beantwoord.
mr. M. Diependaal. De opgeëiste persoon is bijgestaan door een tolk in de Poolse taal.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Decision of the Circuit Court in Katowice of 6th July 2015, reference V K 3/15(nu: V K 185/15).
4.Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a OLW
- het onderzoek is in Polen aangevangen
- het bewijs bevindt zich in Polen
- de rechtsorde is aldaar geschokt, omdat de drugs in Polen zijn ingevoerd
- de drugs waren ook voor de Poolse markt bedoeld.
6.Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
hierna: HvJ) van 25 juli 2018 in de zaak C-216/18 PPU (
hierna: het arrest). De rechtbank verwijst in zoverre naar de tussenuitspraak van 16 augustus 2018.
gehouden is te beoordelen of hij een reëel gevaar loopt dat dit grondrecht zal worden geschonden.
1. Dreigt een reëel gevaar dat het grondrecht op een eerlijk proces in de kern wordt aangetast wegens structurele of fundamentele gebreken wat de rechterlijke macht van de uitvaardigende lidstaat betreft, die de onafhankelijkheid van de rechterlijke instanties van die staat in gevaar brengen?
2. In hoeverre kunnen de structurele of fundamentele gebreken wat de onafhankelijkheid van de rechterlijke instanties van de uitvaardigende lidstaat betreft, zoals die uit de ter beschikking staande gegevens blijken, gevolgen hebben op het niveau van de rechterlijke instanties van die staat die bevoegd zijn voor de procedures waaraan de opgeëiste persoon zal worden onderworpen?
3. Zijn er, in het licht van de specifieke zorgen die de opgeëiste persoon tot uitdrukking heeft gebracht en de eventueel door hem verstrekte inlichtingen, zwaarwegende en op feiten berustende gronden om aan te nemen dat hij een reëel gevaar loopt dat zijn grondrecht op een onafhankelijk gerecht zal worden geschonden en derhalve dat zijn grondrecht op een eerlijk proces in de kern zal worden aangetast, gelet op zijn persoonlijke situatie, de aard van het strafbare feit waarvoor hij wordt vervolgd en de feitelijke context die aan het Europees aanhoudingsbevel ten grondslag ligt”.
de personele wijzigingen die zich sinds de inwerkingtreding van de wijziging van de wet inzake de organisatie van de gewone rechtbanken hebben voorgedaan, in het bijzonder de wijzigingen met betrekking tot de (vice)voorzitters en rechters;
de regels en procedures met betrekking tot de toewijzing van zaken aan kamers of rechters binnen de bevoegde rechterlijke instanties en de behandeling daarvan;
de tuchtzaken of andere disciplinaire maatregelen die (vice)voorzitters en rechters van de genoemde rechterlijke instanties sindsdien hebben geraakt, bijvoorbeeld in de vorm van wijzigingen met betrekking tot de bezoldiging;
de procedures die de opgeëiste persoon ter beschikking staan om schendingen van het hem toekomende recht op een onafhankelijk gerecht te kunnen aanvechten, en de waarborgen waarmee zij zijn omgeven;
buitengewoon beroep.
4 oktober 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:7032.
Wat betreft de tweede vraag: het gevaar dat uitgaat van de bedreiging van de rechtsorde is evident. Er zijn rechters ontslagen met een faxbericht. Datzelfde geldt ook voor het hof van beroep. Daarnaast zijn bij het Hooggerechtshof op grond van verlaagde pensioenleeftijd rechters op non-actief gesteld. De persoonlijke situatie van de opgeeiste persoon moet al bij de beantwoording van de tweede vraag worden meegewogen. Dat zijn grondrecht op een eerlijk proces en een berechting door een onafhankelijk gerecht wordt kan niet worden uitgesloten. Bovendien hanteert de Poolse wet hoge strafmaten bij drugsdelicten. Een en ander moet leiden tot niet ontvankelijkheid van de officier van justitie.
Persoonlijke argumenten aan de kant van de opgeëiste persoon zijn echter niet aangedragen. Voor niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie is geen plaats. Indien de rechtbank het standpunt van de officier van justitie niet zou volgen, dan zou dit zou alleen tot een weigering kunnen leiden.
7.Beslissing
SCHORSThet onderzoek voor onbepaalde tijd;