Overwegingen
Reden voor de naheffingen
1. Verweerder heeft de naheffingsaanslag opgelegd, omdat de auto met het kenteken [kenteken] (op naam van (de besloten vennootschap) van [eiser] ) op 12 mei 2018 rond 19:23 uur stil stond ter hoogte van de Chasséstraat 11 in Amsterdam terwijl daarvoor geen parkeerbelasting was betaald.
2. Verweerder heeft aan [eiser] de naheffingsaanslag opgelegd, omdat de auto met het kenteken [kenteken] (op naam van (de besloten vennootschap) van [eiser] ) op 25 mei 2018 rond 19:35 uur stil stond ter hoogte van de Madurastraat 60 in Amsterdam terwijl daarvoor geen parkeerbelasting was betaald.
3. [eiser] voert in beide zaken aan dat hij geen parkeerbelasting verschuldigd was, omdat in beide gevallen geen sprake was van parkeren, maar van het onmiddellijk lossen van goederen. [eiser] heeft daartoe aangevoerd dat de auto’s bestellingen bezorgden voor zijn [bezorgrestaurant] . En omdat het grote bestellingen waren heeft [eiser] dat, als directeur, in persoon met zijn personenauto (zonder bedrijfsbelettering) gedaan. [eiser] voert aan dat voor de bestelling op 12 mei 2018 twee maaltijdboxen en op 25 mei 2018 tien maaltijdboxen zijn afgeleverd. Een maaltijdbox weegt 1 à 2 kilo waardoor het niet mogelijk is de maaltijdboxen per scooter te vervoeren. [eiser] wijst er op dat hij leasecontracten voor scooters heeft moeten opzeggen, terwijl het voor zijn bedrijf voordeliger zou zijn om de bezorging per scooter te laten verlopen. Deze maaltijdboxen kunnen vanwege hun gewicht en omvang bezwaarlijk anders worden bezorgd dan per auto, aldus [eiser] .
4. In beide zaken is tussen partijen niet in geschil dat de auto van [eiser] op een fiscale parkeerplek stond en dat geen parkeerbelasting voor de auto is betaald.
5. Op grond van artikel 2, onder a, van de Verordening Parkeerbelastingen 2018 van de gemeente Amsterdam (hierna aangeduid: de Verordening), wordt verstaan onder parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- en uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op de binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet volgens een wettelijk voorschrift is verboden.
6. Onder onmiddellijk laden en lossen wordt verstaan het bij voortduring inladen of uitladen van zaken van enige omvang of enig gewicht, onmiddellijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht en gedurende de tijd die daarvoor nodig is. Het moet gaan om zaken van een zodanige omvang of gewicht dat zij niet of bezwaarlijk op een andere wijze dan per voertuig ter plaatse kunnen worden gehaald of gebracht.De bewijslast dat sprake is van ‘onmiddellijk laden en lossen, rust, anders dan [eiser] betoogt op degene die zich op deze uitzondering beroept, te weten [eiser] .
7. In deze zaak heeft [eiser] ter onderbouwing van zijn standpunt dat hij (grote) maaltijdboxen aan het lossen was twee bestelbonnen voor maaltijdboxen overgelegd voor het adres Baarsjesweg 174hs, met daarbij een (deel van een) schermafbeelding waarop (kennelijk als tijdstip) staat vermeld: ‘18:49’.
8. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eiser] met de overgelegde bestelbonnen, en de schermafbeelding het ‘onmiddellijk lossen’ onvoldoende aannemelijk gemaakt. Op de bestelbonnen en de schermafbeelding is geen datum vermeld. Evenmin blijkt daaruit dat de bezorging is verricht met de auto met kenteken [kenteken] . Ten tijde van de controle op
12 mei 2018 rond 19:23 uur is niet gebleken van activiteiten die erop zouden kunnen duiden dat [eiser] goederen (maaltijdboxen) aan het lossen was. Op de foto’s van de scanauto die verweerder heeft overgelegd zijn immers geen laad- of losactiviteiten te zien.
9. In deze zaak heeft [eiser] ter onderbouwing van zijn standpunt dat hij maaltijdboxen aan het lossen was een factuur overgelegd, waarop tweemaal ‘Geleverde maaltijden’ is vermeld met de datum 25-05-2018. Het factuuradres is Madurastraat 38 te Amsterdam. Ook in dit geval is op de scanfoto’s geen laad- of losactiviteit bij de auto te zien. Uit de factuur blijkt verder niet dat de bezorging met de auto met kenteken [kenteken] is uitgevoerd.
10. [eiser] heeft niet aannemelijk gemaakt dat de maaltijdboxen van zodanig gewicht en omvang waren dat zij niet of bezwaarlijk op andere wijze dan per voertuig ter plaatse konden worden gebracht. Wat betreft het gewicht van een maaltijdbox heeft [eiser] , onder verwijzing naar een foto in de beroepschriften, gesteld dat een maaltijdbox 1 à 2 kilogram weegt. Op deze foto zijn acht dozen te zien met daarop de tekst ‘dagverse ribs’ met op de zijkant onder andere de tekst ‘voorbereiding’ en ‘bereiding’, met bovenop een sticker met een bedrag. Nog daargelaten dat een gewicht van 1 a 2 kilogram op zichzelf genomen onvoldoende is om aan te nemen dat een maaltijdbox hierdoor niet of bezwaarlijk op een andere wijze dan per voertuig vervoerd kan worden, valt op grond van deze foto’s niet uit te sluiten dat dit de dozen betreft zoals ze bij [eiser] worden aangeleverd en niet de maaltijdboxen zoals [eiser] die aan zijn klanten uitlevert. [eiser] heeft het gestelde gewicht ook niet nader onderbouwd. Dat een (gevulde) maaltijdbox zoals deze aan de klant wordt uitgeleverd een gewicht heeft van 1 à 2 kilogram is dus niet aannemelijk gemaakt. De rechtbank acht ten slotte de omstandigheid dat [eiser] de leasecontracten heeft opgezegd op zichzelf genomen, onvoldoende om hem te volgens in zijn standpunt dat de maaltijdboxen vanwege hun omvang of gewicht niet bezwaarlijk op een andere wijze dan per voertuig vervoerd konden worden.
11. De voorgaande overwegingen leiden tot de conclusie dat verweerder terecht de naheffingsaanslagen heeft opgelegd nu niet is gebleken van het onmiddellijk lossen van goederen en dus sprake was van parkeren waarvoor parkeerbelasting verschuldigd is. De beroepen zijn ongegrond. [eiser] krijgt dus geen gelijk. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.