1.3.Verweerder heeft op grond van de toegezonden stukken de verantwoording van het pgb over de periode van 1 januari 2013 tot en met 30 juni 2013 tot een bedrag van € 43.618,- afgekeurd en over de periode van 1 juli 2013 tot en met 31 december 2013 tot een bedrag van € 44.392,- afgekeurd. Samen komt dit op een totaalbedrag van € 88.010,-. Bij het primaire besluit heeft verweerder overwogen dat aan eiseres een pgb van € 88.442,36 is verleend en dat € 0,- wordt geaccepteerd. Dit betekent dat van eiseres een bedrag van € 88.442,36 wordt teruggevorderd. Bij het bestreden besluit heeft verweerder dit besluit gehandhaafd.
2. Het bestreden besluit berust op het standpunt dat eiseres niet heeft voldaan aan het pgb verbonden verplichtingen. In het bestreden besluit en ter zitting heeft verweerder toegelicht dat de zorg zoals eiseres deze heeft omschreven weliswaar AWBZ-zorg betreft, maar dat de administratie niet volgens de regels is gegaan. Hierdoor kan niet worden gecontroleerd of de zorg daadwerkelijk is geleverd en of het pgb is gebruikt om zorgverleners te betalen. Er zijn immers in het geheel geen bankafschriften overgelegd, of andere stukken waaruit de betalingen aan zorgverleners blijken. Bij zorgverleners [de persoon 1] en [de persoon 2] zijn de zorgovereenkomsten achteraf opgesteld, is op de overgelegde facturen geen overzicht van gewerkte dagen te zien en er zijn geen bankafschriften overgelegd, zodat niet kan worden gecontroleerd of de facturen overeen komen met de bankafschriften. Bij zorgverlener [de persoon 3] , de vader van eiseres, is op de overgelegde facturen geen overzicht van gewerkte dagen te zien, is het uurtarief niet vermeld is en zijn de facturen niet ondertekend. Verder zijn er geen bankafschriften overgelegd, zodat niet kan worden gecontroleerd of de facturen overeen komen met de bankafschriften, aldus verweerder.
Verder is volgens verweerder niet gesteld of gebleken dat er sprake is van omstandigheden die redelijkerwijs in de weg hebben kunnen staan aan het nakomen van de verplichtingen door eiseres als budgethouder. Verantwoording van het pgb is een eigen verantwoordelijkheid van de budgethouder. Voorts is gesteld noch gebleken dat er in dit geval sprake is van onaanvaardbare gevolgen van de terugvordering voor de budgethouder. Bovendien heeft de budgethouder de mogelijkheid gehad tot het treffen van een renteloze betalingsregeling. Verweerder ziet daarom in het kader van de belangenafweging geen reden om het pgb op een hoger bedrag dan € 0,- vast te stellen en het bedrag van de terugvordering te matigen.
3. Eiseres heeft aangevoerd dat het pgb wel overeenkomstig de regels is besteed en correct is verantwoord. Wat betreft de bankafschriften stelt eiseres dat zij deze niet hoefde te bewaren en dat de bank deze bovendien niet wilde afgeven voor 2013. Verder heeft eiseres aangevoerd dat verweerder niet in redelijkheid van zijn bevoegdheid tot terugvordering van de pgb-bedragen gebruik heeft gemaakt door vrijwel alles terug te vorderen, terwijl vast staat dat bij eiseres sprake is van een grote zorgafhankelijkheid en dat de noodzakelijke zorg ook daadwerkelijk is verleend. De door verweerder gemaakte belangenafweging had meer in het voordeel van eiseres moeten uitvallen gelet op de in artikel 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) neergelegde verplichting tot een evenredige belangenafweging. Daarbij verwijst eiseres naar een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 2 november 2016, met nummer ECLI:NL:CRVB:2016:4165. Beoordeling door de rechtbank
4. Met betrekking tot de grond van eiseres dat zij de bankafschriften niet hoefde te bewaren, overweegt de rechtbank als volgt. Met ingang van 1 januari 2012 staat in artikel 2.6.9, eerste lid, aanhef en onder d van de Rsa dat de verzekerde naast de zorgovereenkomsten en declaraties, ook de rekeningafschriften tot vijf jaar na de datum van de subsidievaststelling dient te bewaren. Dit was anders voor 1 januari 2012, toen hoefde men alleen de zorgovereenkomsten en de declaraties te bewaren. Dit blijkt ook uit een eerdere uitspraak van deze rechtbank gericht aan eiseres van 10 september 2013 (AWB 12/2921). In die zaak ging haar beroep gegrond, omdat eiseres toen niet was verplicht om de bankafschriften te bewaren. De rechtbank is van oordeel dat dat in deze zaak anders ligt. De gemachtigde van verweerder heeft namelijk ter zitting nader toegelicht dat per 1 januari 2013 de verplichting bestaat om giraal te betalen. Dit is via een informatiebulletin in december 2012 gecommuniceerd aan de budgethouders. De rechtbank stelt verder vast dat in de toekenningsbeschikkingen van 2013 in het dossier van eiseres onder punt 14 steeds staat vermeld: “U mag geen contante betalingen doen aan uw zorgverlener(s).” Gelet hierop, had eiseres kunnen en moeten weten dat zij haar bankafschriften had moeten bewaren. Deze grond faalt.
5. Voorts is de rechtbank van oordeel dat eiseres niet heeft voldaan aan de administratieve verplichtingen van artikel 2.6.9 van de Rsa, zodat verweerder als gevolg daarvan bevoegd was om conform artikel 4:46, tweede lid, aanhef en onder b, van de Awb het pgb lager vast te stellen dan het bij de verlening bepaalde bedrag. In dat kader acht de rechtbank van doorslaggevend belang dat eiseres geen enkel betalingsbewijs (bankafschriften) heeft overgelegd waaruit blijkt dat de ingekochte zorg correct is gefactureerd en betaald. Nog los van de vraag of de door eiseres overgelegde zorgovereenkomsten en facturen voldoen aan de vereisten, is de rechtbank met verweerder van oordeel dat zonder de bankafschriften niet kan worden gecontroleerd of de aangeleverde administratie voldoende samenhang vertoont. Het is van belang dat de geldstromen kunnen worden geverifieerd. Dat de bank geen bankafschriften wilde afgeven, zoals eiseres stelt, komt voor rekening en risico van eiseres. Eiseres heeft ruim de tijd gekregen om toch aan de bankafschriften te kunnen komen. Overigens is niet aannemelijk geworden dat eiseres deze bankafschriften niet alsnog bij haar bank kon verkrijgen tegen betaling van kosten daarvoor. De beroepsgrond van eiseres dat het pgb correct is verantwoord, faalt dan ook.