Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
[BRP-adres] ,
thans gedetineerd in de [detentie adres] ,
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de OLW
Deputy Chief Prosecutorheeft op 29 oktober 2018 de volgende garantie gegeven:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, aanhef en onder A van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, aanhef en onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, OLW
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, OLW
- het onderzoek is in Denemarken aangevangen;
- de drugs werden ingevoerd in Denemarken en de rechtsorde in Denemarken werd hierdoor geschaad;
- bewijsmiddelen en getuigen bevinden zich op Deens grondgebied;
- Denemarken heeft middels het uitvaardigen van het EAB aangegeven te willen vervolgen.
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de procureur-generaal te Kopenhagen ten behoeve van het in Denemarken tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar de in het EAB onder één, twee, drie (voor het deel dat betrekking heeft op hasjiesj), vijf en zes omschreven feiten waar zijn overlevering wordt verzocht.
[opgeëiste persoon]voor zover het EAB betrekking heeft op de in het EAB onder drie (voor het deel dat betrekking heeft op een onbekende substantie) en vier omschreven feiten, waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.