Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Voorgeschiedenis
- Op 25 januari 2018 is door de onderzoeksrechter in de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen, afdeling Mechelen (België), een Europees aanhoudingsbevel (hierna: EAB) uitgevaardigd, strekkende tot de aanhouding en overlevering van verzoekster naar België, in verband met een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek;
- Op 30 januari 2018 is verzoekster voorlopig aangehouden in Nederland en gedetineerd op grond van de OLW gelet op voormeld EAB;
- Op vordering van de officier van justitie van 31 januari 2018 is het overleveringsverzoek behandeld op de zitting van 29 maart 2018;
- Op 30 maart 2018 is de overleveringsdetentie van verzoekster, onder voorwaarden, geschorst door de Internationale Rechtshulpkamer van de rechtbank Amsterdam;
- Bij uitspraak van deze rechtbank van 12 april 2018 is de overlevering geweigerd op basis van de weigeringsgrond van artikel 13 OLW. Daarbij is de geschorste overleveringsdetentie opgeheven.
3.Verzoeken
€ 4.745, -voor de ondergane vrijheidsbeneming van verzoekster in Nederland in de overleveringsprocedure, nader gespecificeerd:
€ 280, -voor de kosten die in verband met het (opstellen en indienen) van de verzoeken zijn gemaakt.
4.Standpunt van het Openbaar Ministerie
5.Toetsingskader
6.Oordeel van de rechtbank
7.Beslissing
WIJST TOEde verzoeken tot schadevergoeding en vergoeding van kosten van rechtsbijstand ten bedrage van:
- € 4.745, - (vierduizend zevenhonderdvijfenveertig euro)vanwege vrijheidsbeneming van verzoekster in Nederland in de overleveringsprocedure en
- € 280, - (tweehonderdtachtig euro)voor de kosten die in verband met het opstellen en indienen van de verzoeken zijn gemaakt.
€ 5.025, - (vijfduizend en vijfentwintig euro)op