ECLI:NL:RBAMS:2018:7055
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot medewerking aan eenzijdige opzegging van huurovereenkomst door ex-partner in kort geding
In deze zaak vordert de vrouw, eiseres, dat de man, gedaagde, zijn medewerking verleent aan de eenzijdige opzegging van de huurovereenkomst van de gezamenlijke woning. De vrouw heeft op 30 december 2017 de huur van de woning opgezegd, omdat zij zich na een incident met de man niet meer veilig voelde. De man is in de woning blijven wonen, terwijl de vrouw met hun zoon in een tijdelijk opvanghuis verblijft. De vrouw heeft een urgentieverklaring nodig om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning, maar de verhuurder heeft aangegeven dat de huurovereenkomst alleen gezamenlijk kan worden opgezegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 september 2018 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, maar er is geen oplossing bereikt. De kantonrechter oordeelt dat de vrouw voldoende spoedeisend belang heeft bij haar vordering, omdat zij en haar zoon zo snel mogelijk een zelfstandige woning nodig hebben. De rechter beslist dat als de man niet binnen drie dagen meewerkt aan de gezamenlijk opzegging, het vonnis in de plaats treedt van de vereiste medewerking van de man. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.