Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 24 januari 2018 waarin een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van comparitie van 8 mei 2018 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
Artikel 11. Vervroegde opeisbaarheid
“Het pand gaat in de verkoop voor € 1.950.000 en de minimale verwachte opbrengst is € 1.700.000.”.
“heb je geprobeerd te bereiken maar krijg je niet te pakken. Op mijn onderstaande email heb je niet meer gereageerd. Hoe gaat het nu en kan je de vragen beantwoorden? Kan je mij even bellen.”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
zorgplichtschending bij kredietverstrekking?
- de kredietlimiet van de rekening-courantfaciliteit is overschreden;
- de rekening-courantverhouding tussen de [naam bedrijf 1] en [naam bestuurder] is opgelopen in plaats van dat deze is afgebouwd;
- op de achtergestelde vordering van [naam bedrijf 2] is afgelost;
- de jaarrekeningen veel later dan zes maanden na het boekjaar zijn aangeleverd;
- herhaaldelijk niet is gereageerd op informatieverzoeken van de bank, onder meer naar aanleiding van de onjuist gebleken interne financiële cijfers over 2014.