In deze zaak verzoekt [verzoekster] de rechtbank om de aansprakelijkheid van Delta Lloyd vast te stellen voor een ongeval dat plaatsvond op 30 maart 2012 in discotheek Quatrebras. [verzoekster], destijds 16 jaar oud, werd de toegang tot de discotheek geweigerd en viel in een trapgat bij de nooduitgang, wat resulteerde in ernstig letsel. Delta Lloyd, als aansprakelijkheidsverzekeraar van de failliete discotheek, heeft aansprakelijkheid afgewezen. De rechtbank beoordeelt of het trapgat als gebrekkige opstal kan worden aangemerkt op basis van artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank concludeert dat het trapgat niet gebrekkig is, omdat de discotheek voldoende veiligheidsmaatregelen had getroffen door het plaatsen van muurtjes. Daarnaast wordt het verzoek van [verzoekster] om Delta Lloyd te veroordelen tot vergoeding van de kosten van het geding afgewezen, omdat de rechtbank van mening is dat er geen bijzondere zorgplicht bestond voor de discotheek om rustruimtes te bieden. De kosten van het deelgeschil worden begroot op € 4.286,78, welke Delta Lloyd aan [verzoekster] moet betalen. De beschikking is gegeven door mr. B.T. Beuving, rechter, bijgestaan door mr. C.E.P. Honing, en is openbaar uitgesproken op 31 mei 2018.