In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, hebben de eisers, bestaande uit de besloten vennootschappen Alegre Beheer B.V., Rennoc Nederland B.V. en Trebogad Projectbeheer B.V., een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, Promontoria Holding 107 B.V. De eisers vorderden onder andere een verbod op de verkoop van onroerend goed en een verbod op de opzegging van de kredietovereenkomst. De rechtbank heeft op 29 december 2017 uitspraak gedaan. De kern van het geschil betreft de vraag of de contractsoverneming van de kredietovereenkomst door Promontoria rechtsgeldig is, en of de eisers hun medewerking aan deze overdracht hebben verleend. De rechtbank overweegt dat er geen sprake is van een voorafgaande toestemming in de zin van artikel 36 van de Algemene Bankvoorwaarden (ABV) voor de contractsoverneming, omdat er geen sprake is van een overgang van onderneming. Echter, de rechtbank concludeert dat er wel sprake is van toestemming achteraf, aangezien de eisers gedurende negen maanden betalingen hebben verricht zonder voorbehoud. De rechtbank oordeelt dat de eisers niet als onwetende consumenten kunnen worden aangemerkt, en dat zij niet eerder een protest tegen de overdracht hebben geuit. De vorderingen van de eisers worden afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten.